Jesus en zijn leerlingen vormden een soort familie.
Een familie van leerlingen en hun leraar.
De leermeester is er op uit
dat zijn leer vaste voet krijgt in zijn leerlingen
die zijn leer verder de toekomst in zullen dragen.  
Daar heeft Jesus alle vertrouwen in:
Hij zegt daarom tot zijn vrienden:
'Als iemand in Mij gelooft,
zal hij de werken, die Ik doe, ook doen,
ja grotere (werken) dan die zal hij doen.’
Het zou mooi zijn als alle ouders dat eens
tegen hun kinderen zouden zeggen: we hebben vertrouwen in jullie,
je zult het vast beter, nog beter als u wilt, doen dan wij!

Bij Augustinus lezen we:
    De leermeester maakt - als het goed is –
    wakker wat in zijn leerling aanwezig is.
    Die ontwikkeling kan verbazingwekkende vormen aannemen.
     ja, de rollen kunnen zelfs worden omgedraaid.  
    De leerling kan de leermeester uitdagen
    en hem oproepen te zeggen
    wat hij nog nooit heeft durven zeggen.  
    De leerling ontplooit de leermeester.  

Jesus, de zoon én de Vader zijn één,
Jesus’ werk brengt de voltooing van het koninkrijk van de Vader dichterbij.
Zoals de Vader Jesus vertrouwen kon
zo kan Jesus ook vertrouwen hebben
in de voortgang van het gebeuren
dat Hij op gang heeft gebracht bij zijn leerlingen.  
Steeds meer verantwoordelijkheid wordt op hun schouders gelegd.  

Even voor de evangelietekst van vandaag
lezen we bij Matteus
hoe Jesus’ leerlingen zelfstandig in het schip
de overtocht moesten maken zonder Heer.  
Een beeld van de situatie van de kerkgemeenschap na Jesus' aardse leven
die zelf koers moest zetten naar een nieuwe toekomst.
En dan geldt:
Iedere leerling, ieder mens die poogt te bouwen aan Gods vrede
is een schakel  in de keten van de geschiedenis van God met de mensen.  
Het gaat in de verkondiging van deze zondag
over de leerlingen van het begin, onzeker aarzelend
maar ook om onszelf
en om de troostrijke wetenschap
dat God geen supersterke gelovigen uitkiest voor zijn 'keurkorps'.  

God zal het zwakke niet verloochenen,
de walmende vlaspit niet doven en het geknakte riet niet breken.  
God zal het met een 'zoon van Jona' doen
die zich steeds bekeren kan en velen tot zegen kan zijn.  
Hij wil het doen met u en met mij
en daarmee wil hij zijn kerk opbouwen.  

Petrus, Simon, wordt met naderuk ‘zoon van Jona’ genoemd,
Jona de onzekere profeet die zo vaak in het duister tastte.

Petrus, zoon van Jona,  
zoon van de wegloper, de vluchteling, de zwakke.  
Juist hij wordt ‘rots’ genoemd,
fundament van de kerk.
Een rots is iets anders dan een top van een piramide.
Petrus en al zijn opvolgers  worden beneden neerge¬zet.
'ROTS' richt onze aan¬dacht naar de basis.
Samen met Petrus beneden aan het werk.

Dat we toch sterk en betrouwbaar kunnen blijken
hebben we niet aan onszelf te danken maar aan de steun van God.  
Als Petrus in een helder ogenblik zegt:
'Waarlijk U bent de Zoon van God,
dan relativeert Jesus zijn prachtige belijdenis door te zeggen
dat hij dat niet uit zichzelf heeft:
'Niet vlees en bloed hebben je dit geopenbaard
maar de ‘Vader in de hemel’, die onze Supporter is.  

Als er staat dat de muil van het dodenrijk
de gemeenschap van Christus niet zal kunnen verslinden
is dat niet iets om mee op te scheppen tegenover anderen.
Neen, het is een belofte van Gods onvoorwaardelijke trouw
aan de mensen die op hem willen vertrouwen.
De sleutels van het Koninkrijk worden hem in handen gegeven
sleutels die deuren openen die anderen niet kunnen openen
en deuren sluiten die anderen niet kunnen sluiten.
Degenen die op God bouwen zullen de deuren sluiten
van de arrogantie en de haat
en deuren openen van liefde en trouw.
In de wereld hebben zij een bijzondere roeping
die taak te volbrengen namens en voor de anderen.

Petrus en Paulusdag is ook het feest van samen kerk.
Petrus en Paulus als er twee waren die niet bij elkaar pasten zijn zij het
en toch is de kerk op hen gebouwd en op allen
die rond hen samen kerk durven zijn. En dan geldt:
alle hens aan dek, iedereen is nodig.

    Eens deed de Baalsjem Tov
    -een belangrijke Poolse joodse leraar uit de 18e eeuw-
    heel lang over zijn gebed.
    Zijn leerlingen worden ongeduldig en gaan maar vast naar huis.
    pas veel later horen ze hoe erg dat geweest is.

Hun meester vertelt hun dan:
    'doordat jullie weggingen en mij alleen lieten bidden,     
    trokken jullie mij naar beneden.
    Ik zal jullie dat door een gelijkenis verklaren.

    Het ge¬beurde eens in de tijd van de vogeltrek.
    De inwoners van een kleine stad ontwaarden op een goede dag
    in zo'n vlucht trekvogels een zeer kleurige vogel,
    zoals geen mensenoog er ooit een had gezien.

    De vogel streek neer in de top van de hoogste boom
    en nestelde daar.
    Toen de koning dit ter ore kwam
    gebood hij de vogel uit het nest te halen.

    Een aantal mensen moest op elkaars schouders gaan staan
    als waren zij een ladder,
    totdat de hoogste het nest kon pak¬ken..

    Het opbouwen van de ladder vergde echter zoveel tijd
    dat de ondersten ongeduldig werden en begonnen te bewegen
    en de ladder stortte ter aarde.'

    En de rabbijn besloot:
    'jullie hebben mij in de steek gelaten
    door allemaal weg te gaan terwijl ik bijna bij Gods troon was
    n al onze echte noden bij Hem neer had kunnen leggen
    zodat onze verlossing had kunnen geschieden.’

Het is van het grootste belang
dat de christelijke gemeenschap bijeen blijft:
dat wij bij elkaar blijven.

Temidden van de mensheid
bevindt zich nog steeds de gemeenschap van Petrus,
de kerkgemeenschap rond de ene man in Rome
die Petrus' taak heeft overgenomen.

Boven in de Sint Pieter waar deze broze man voorgaat
staat geschreven: ‘Jij bent Petrus en op deze steenrots zal ik mijn kerk bouwen.’
Geen tekst om mee op te scheppen
maar een prachtige geloofsbelijdenis in het werk van Gods Geest
die de man die de pauselijke zetel bezet
en de mensen rondom hem zal bijstaan.
Van deze Paus is bekend hoe hij altijd vroeg op staat,
ook nu nog, om alleen te bidden.
Zo laat hij zien dat het hem niet om zijn eigen zaak gaat
maar om de kracht van God die hem op de been houdt.

Petrus, de rotsman kreeg zijn opvolgers:
al meerdere honderden.
Er waren veel zwakke schakels in de keten
maar God is getrouw gebleven aan al de zijnen.  
Daar in Rome en elders.

Wij, christenen van het jaar 2008
mogen dat goed beseffen:
de wereld van vandaag heeft geen behoefte aan sterke helden en heldinnen
maar in gewone mensen die met taaie volharding
doen wat hun te doen staat.

Samen moet je het als christenen opbrengen
bij elkaar te blijven.
te ijveren voor de leninging van  de nood van anderen,
te bouwen aan een gemeenschap waarin geleefd wordt
in de Geest van Jesus.
Samen kerk zijnde, als mensen die elkaar sterken en bewaren
Gods nieuwe wereld helpen opbouwen
en daarvoor  samen bidden.

Je komt niet naar de kerk omdat je het ergens mooi vindt
niet eens omdat jijzelf het nodig heeft
maar op de eerste plaats
omdat de gemeenschap jou nodig heeft.

En zo kan ik eindigen met wat Sint Paulus' advies
in zijn Filip¬penzenbrief:
'Verblijd u in de Heer te allen tijde,
ik zeg het nogmaals ver¬blijd u!
Uw vriendelijkheid moet aan alle mensen bekend zijn:
de Heer is nabij.
Wees in niets te bezorgd.
Laat al uw wensen bij God bekend worden
in gebed en smeking en nooit zonder dank¬zeg¬ging.'

We leven als hoopvolle mensen
in een groots perspectief.
Dood en wanhoop krijgen ons er niet onder:
De dappere Paulus die in de eerste lezing al nadenkt over zijn marteldood
geeft ons door:
Dood waar is uw prikkel!

Hij bemoedigt ons op onze pelgrimstocht
door te zeggen:
Niemand leeft voor zichzelf, niemand sterft voor zichzelf
wij leven en sterven voor God onze Heer
aan Hem behoren wij toe.