Vandaag 1 januari 2011 viering van de besnijdenis des Heren.
De besnijdenis is -voor wie dat nog niet weet-
het ritueel van de opname van een klein jongetje
in het Joodse volk.

Men heeft met het feit dat Jezus op de 8e dag besneden is
nooit goed raad mee geweten
en daarom is die maar gauw weggemoffeld.
Men noemde daarom 1 januari liever sinds de middeleeuwen
het feest van de zoete naam
omdat Jezus op de dag van Zijn besnijdenis Zijn naam kreeg.
Maar ook in onze dagen weten we er steeds geen raad mee.


Paulus VI maakt er 'dag van de vrede' van.
De vorige paus -die zo goed aanvoelde wat ons met de joden verbindt-
wist er echter ook nog geen raad mee
en maakte er maar weer een dag
ter ere van Maria, moeder van de Verlosser.

Maar gelukkig:
het evangelie is steeds hetzelfde gebleven en
daarin horen we altijd maar weer
dat Jezus wordt besneden op de achtste dag.
Dat feit kan niet verborgen blijven.
En het moet dat ook niet want
het is heel zinvol om op 1 januari te vieren
dat Jezus een trouw zoon van de Wet wilde zijn.

Het verbondsteken bij uitstek is immers de besnijdenis.
Voor vele christenen een onherkenbaar ritueel.
Door dat teken wordt je
voor heel het leven herkenbaar
getekend als kind van het verbond.
Dat ligt ons niet zo:
in onze tijd verkondigen wij immers
de vrijheid van godsdienst voor iedereen. Terecht.
Maar dat doet aan de waarde van een verbondsteken
-de besnijdenis of iets minder ingrijpend- de doop niets af.
Want een mens kan het behoren
tot een geloofsgemeenschap
gaan ontdekken als een uitverkiezing,
een levensopdracht, een gebaar van God naar ons toe.

De mens die staan wil in het verbond
met de God van Abraham, Isaak en Jakob
zal getekend moeten worden -volgens de wet van Mozes-
met het teken van de besnijdenis op de plaats
die met de voortplanting te maken heeft.

Het gaat niet alleen om die kleine besnijdenis op die ene plaats
maar heel de mens, ook de oren, de lippen en het hart
zullen besneden moeten worden in geestelijke zin.
Het teken van de lichamelijke besnijdenis
is het teken van de inschakeling van de hele mens
in het verbond van God.
Het verbond kent geen splijting van de mens
in een hoger en een lager deel. Heel de mens is van God.

Lucas vertelt ons nog meer verhalen over Jezus' intrede
in het volk van God.
Hij is de enige die ons ook vertelt over de 40e dag,
de dag waarop Jezus aan de Heer wordt voorgesteld in de tempel.
En ook vertelt hij hoe Jezus op 12-jarige leeftijd
met zijn ouders naar Jeruzalem gaat
en daar zijn discussie voert met de rabbijnen.

Een verhaal waar wij vroeger nooit goed weg mee wisten
omdat het toen nog niet duidelijk was
waarom Jezus als 12 jarige in de tempel was.

Hij was daar om gevormd te worden als het ware,
bij de joden heet dat BAR MITZWAH te worden,
zoon van de wet.
Lucas leert ons deze dingen.
Niet om roerende details te vertellen over de kleine Jezus
maar om ons te vertellen wie Jezus wil zijn voor zijn volk:
- Hij wil een trouw zoon van zijn volk zijn
- Hij wil zich onderwerpen -als alle andere joodse jongens-
aan het juk van de wet
- Hij wil zijn opdrachten horen en daarna gaan doen.

De eerste schriftlezing van vandaag was uit het boek Numeri,
ook wel 'in de woestijn genoemd een veel mooiere naam
omdat we daar iets in horen van de pelgrimstocht
die wij mensen allemaal mogen volbrengen.

Als eerste lezing, heel zinvol op de nieuwjaarsdag
hoorde u de prachtige zegenspreuk:
de zegen van Aäron.
Een prachtige zegenspreuk,
eigenlijk een opklimmende reeks van drie zegeningen.

In het ziekenhuis vroeg ooit een mevrouw mij:
'kunt u mij de zegen geven
maar dan niet zo'n korte maar die mooie, die lange.
En ze bedoelde deze, die van Aaron.
Kort na het ontvangen van deze zegen is ze gestorven.

De zegen bestaat uit drie spreuken zei ik al.
De naam van God, de Enige, IK ZAL BIJ U ZIJN
klinkt in de aanhef en spreidt zich over die drie spreuken uit:
Israëls heilige is in alle zegenspreuken aanwezig.

In de eerste horen wij:
Moge de Heer u zegenen en behoeden.
Zegenen en behoeden:
Hij wil zijn mensen beschermen en bewaren,
daarvan getuigt heel de schrift.
Wij mensen leven niet zo maar
maar wij hebben ieder persoonlijk een plaats,
een roeping, een taak:
en dan geldt IEDEREEN IS ONMISBAAR !


De tweede regel luidt:
Moge de Heer de glans van zijn gelaat
over u spreiden en u genadig zijn.
Ook in 2011 mogen wij ons persoonlijk
aanvaard weten,
en wij allen blunderaars en foutenmakers
mogen ons koesteren in de zon van Gods genade.
Zijn Genade zal ons begeleiden, alle dagen.

Als laatste zegenspreuk klinkt:
Moge de Heer zijn gelaat naar u toekeren en
HIJ SCHENKE U ZIJN VREDE.

Het gaat hier over de Sjalom,
de vrede waarnaar wij allen zo hartstochtelijk naar verlangen en om smeken
en- als het goed is- onze eigen bijdrage aan leveren:
het gaat over het uiteindelijke perspectief
waar wij aan werken.
Wij werken niet zo maar wat
maar het wordt -als wij met God mee willen doen-
werkelijk wat op deze wereld:
de vrede zal het winnen van de oorlog
de liefde zal het winnen van de haat.

Jezus zelf heeft die zegen vaak gehoord.
Bij zijn besnijdenis is die zegen over Hem uitgeroepen.

Hij is, gezegend en al, op weg gegaan.
Hij is op eigen benen zelf die weg gegaan
van trouw aan God en de mensen
en heeft iets van die God uitgestraald naar ons toe.

Hij is de aanvoerder van een grotere groep mensen:
Hij is de aanvoerder van allen
die op weg willen gaan met God
en die Hem willen dienen en aanbidden.


Dat is een weg van vreugde en leed,
van volharding en inzet
en uiteindelijk een weg van verwerping.
Hij zal veroordeeld worden
en dan komt de gotspe: omdat Hij de wet zou hebben overtreden!

Door dat op te voeren getuigden Zijn tegenstanders
van hun totale onbegrip.

Zijn keuze voor solidariteit met de armen en de weerloze;

zijn kritische verkondiging aan het adres van de rijken,

zijn aanklacht tegen alles wat zich breed maakt ten koste van anderen

zijn eerlijkheid, zijn werkelijke trouw aan het woord van God.

het heeft JUIST ALLES te maken met een trouw aan de Wet
tot in het uiterste toe.
Als een verwijzing naar Zijn trouw aan de wet
en het lijden dat daarop zal volgen
en zijn glorieuze opstanding uit de dood
staat bij op het priesterkoor, ook in de kersttijd, de paaskaars opgesteld:
het kerstkind wordt onze verlosser, ons leven, ons licht.

De eerste verzen van het evangelie van vandaag
vertelden ons over de herders die de boodschap
van de SJALOM op aarde rond het kind van Bethlehem
gaan verbreiden.

Het evangelie eindigde met ons te vertellen
dat de naam Jezus - GOD REDT,
op de achtste dag over dit kind is uitgeroepen.

Vandaag nieuwjaar.
Nieuw... zoals tot ons gezegd is:
ZIE IK MAAK ALLES NIEUW.

Dit mensenkind dat op de achtste dag besneden is
zal al is Hij door de mensen verworpen
door de Vader de heerschappij in handen gelegd krijgen
en Zijn bruidsgemeente vinden:
Zijn grote nieuwe mensenfamilie van mensen
zoals -als het goed is- u en ik
die zich willen scharen rond deze Zoon van de Wet
opdat ook wij, trouw aan onze roeping
zullen doen wat ons te doen staat.

Wij gaan niet alleen
Iemand, de God die Zijn mensen niet loslaten kan,
gaat met ons mee.