De eerste steen werpen (Joh. 8,7)

Een evangelietekst met een pikant trekje. Het verhaal bij Johannes over de aanklagers tegen een vrouw roept herinneringen op aan het verhaal over Suzanna in het boek Daniël. Een jonge man ontmaskert daar twee mannen, die vals getugen over een vrouw. In het evangelie van Johannes spreekt Jezus een vrouw vrij, aangeklaagd wegens echtbreuk, en dwingt hij de aanklagers in eigen hart te kijken.

Man en vrouw schiep hij hen. Misschien probeert de genderdiscussie deze zin te wissen. Man en vrouw, zo eenvoudig ligt het niet. In het evangelie sprak Jezus over het huwelijk. Zijn leerlingen reageerden en zeiden: Als het zo zit, dan is het beter niet te huwen (Mt. 19:3-6).

Seksualiteit, dit is een prachtig geschenk van God. "Seks is geen taboe maar een godsgeschenk!" Dit zei paus Franciscus op 19 september 2018 tot jongeren uit het bisdom Grenoble-Vienne (Frankrijk). “Ware liefde is gepassioneerd”, zei de paus in reactie op een vraag uit het jonge publiek. Tegelijkertijd benadrukte hij dat seksualiteit twee doelen heeft: van elkaar houden en het leven doorgeven.

Trouw in de liefde

In de herfst van vorig jaar sprak hij in zijn audiënties over de tien geboden. Twee keer had hij het over het zesde gebod. “Op onze catechetische weg over de Tien Geboden zijn we bij het zesde gebod gekomen dat gaat over affectiviteit en seksualiteit en als volgt luidt: Geen echtbreuk plegen. Het is een rechtstreekse oproep tot trouw. Immers, geen enkele menselijke relatie is waarachtig zonder trouw en eerlijkheid. Je kunt niet liefhebben zolang het je goed uitkomt. Liefde blijkt hieruit dat ze verder gaat dan de drempel van het eigen voordeel.”

Naast de vele getuigenissen van trouw van mensen, zijn er de verhalen van mislukkingen en misbruiken. In Antwerpen werd een tweede hotel gesloten wegens jeugdprostitutie. Er is familiaal geweld, er is de industrie van de porno. Op veel plaatsen zijn vrouwen onderdrukt. In Ispahan is de rivier maanden droog. Dit heeft zware gevolgen voor de landbouwers. Ayatollah Yousef Tabatabai-Nejad, predikant noemde dit een straf van God omwille van de vrouwen, die daar bij de brug Khaju selfies nemen.

Barmhartigheid

Binnen de kerk is de aandacht toegenomen voor de barmhartigheid. Dit is zeker niet om toe te dekken wat verkeerd is. Ze is er op gericht om mensen nieuwe kansen te geven, wanneer het onrecht is hersteld. Barmhartigheid ontslaat ons niet van bekering en ommekeer.

Bij het sluiten van het jaar van de barmhartigheid schreef de paus een brief om te vragen dat we de deur van de barmharigheid verder open houden. Zijn brief begint met de woorden misericordia et misera. Deze zijn ontleend aan Sint Augustinus. In zijn commentaar op het evangelie van Johannes gebruikt Sint Augustinus deze twee woorden om de situatie te duiden van de vrouw die door haar aanklagers bij Jezus werd gebracht. Ze staat tegenover haar rechters en Jezus. Zij staat er in haar elllende, in haar miserie en ze ondervindt barmhartigheid, misericorde. Barmhartigheid en ellende; Misericordia en misera: Sint-Augustinus kon geen mooiere en passender uitdrukking vinden om het mysterie te doen begrijpen van de liefde van God die de zondaar tegemoet gaat, Ze bleven alleen achter: de schamele zondares en de goddelijke barmhartigheid.

Een aansporing van paus Franciscus

Paus Franciscus verwijst bij het begin van zijn brief naar deze vrouw (Joh. 8,1-11) en naar die andere, in het evangelie gekend als zondares(Lc. 7,36-50).

In dit evangelieverhaal van Johannes zit zoveel medelijden en goddelijke gerechtigheid. Het verhaal wijst een weg. We worden uitgenodigd deze weg te volgen. De paus stelt in zijn brief voor om dit verhaal van Jezus en de overspelige vrouw als een icoon mee te nemen om de barmhartigheid verder te beleven.

Barmhartigheid kan niet zomaar tussen twee haakjes gezet worden in het leven van de Kerk Ze behoort ten diepste tot het ware wezen van de Kerk, zodat de waarheid van het Evangelie zichtbaar, tastbaar wordt. Alles openbaart zich in de barmhartigheid. Alles wordt opgelost in de barmhartige liefde van de Vader.”

“Een vrouw en Jezus ontmoeten elkaar. Zij, een overspelige vrouw die volgens de Wet gestenigd moet worden. Hij, die door zijn verkondiging en totale zelfgave tot op het kruis de wet van Mozes terugbracht tot zijn ware oorspronkelijke bedoeling. Centraal staat noch de wet, noch de wettelijke gerechtigheid, maar de liefde van God, die in het hart van ieder mens kan lezen en er het diepst verborgen verlangen zoekt. Gods liefde moet voorrang hebben op alles. Dit evangelieverhaal is geen abstracte ontmoeting van zonde en oordeel, maar van een zondares en haar Verlosser. Jezus keek de vrouw in de ogen, las in haar hart haar verlangen naar begrip, vergeving en bevrijding. De ellende van de zonde werd bedekt met de barmhartigheid van de liefde. Er is geen oordeel van Jezus dat niet doordrenkt is van erbarmen en medelijden voor de situatie van de zondares. Aan hen die willen oordelen en haar tot de dood veroordelen, antwoordt Jezus met een lange stilte. Zo kan Gods stem spreken tot het geweten van de vrouw en dat van haar belagers die de stenen uit hun handen laten vallen en wegtrekken, de een na de ander.”

“Na deze stilte zegt Jezus: ‘Waar zijn ze gebleven, vrouw? Heeft niemand u veroordeeld? Ik veroordeel u ook niet. Ga nu maar, en zondig voortaan niet meer’ (Joh. 8, 10-11). Jezus helpt de vrouw om hoopvol naar de toekomst te kijken en een nieuw leven te beginnen. Als zij het wil, kan ze voortaan in liefde leven. Bekleed met barmhartigheid, zelfs al blijft de broosheid van de zonde, zal ze bedekt worden met liefde die haar toelaat om verder te kijken en anders te leven.”

Vreugde

“Hoeveel vreugde welde op in het hart van deze twee vrouwen, de overspelige vrouw en de zondares! Vergeving maakte dat ze zich uiteindelijk vrij en gelukkig voelden zoals nooit voorheen. Hun tranen van schaamte en pijn veranderden in de glimlach van iemand die zich bemind weet. Barmhartigheid wekt vreugde, want het hart opent zich voor hoop op een nieuw leven. De vreugde over de vergeving is onuitsprekelijk, maar elke keer als we vergiffenis krijgen, stralen wij ze uit. Haar bron is de liefde waarmee God naar ons toekomt en de cirkel van egoïsme die ons omringt doorbreekt, om ons op onze beurt tot instrumenten van barmhartigheid te maken. Barmhartigheid ondervinden schenkt vreugde. Laten wij nooit toelaten dat zorgen en moeilijkheden die vreugde afnemen. Moge zij stevig in ons hart geworteld blijven en ons in staat stellen de dagelijkse belevenissen sereen te benaderen.”

“In een samenleving die niet zelden overheerst wordt door technologische bedrevenheid merken we een toename van eenzaamheid en droefgeestigheid, niet in het minst bij jongeren. De toekomst lijkt gegijzeld door onzekerheid die geen stabiliteit toelaat. Dit leidt vaak tot gevoelens van melancholie, droefheid en verveling, die geleidelijk aan tot wanhoop voeren. Wij hebben nood aan mensen die getuigen van hoop en ware vreugde, teneinde de hersenschimmen te verjagen die instant geluk in kunstmatige paradijzen beloven. Het gevoel van leegte dat zovele mensen ervaren, kan maar overwonnen worden door de hoop die we in ons hart dragen en door de vreugde die eruit voortvloeit. We moeten de vreugde aanvaarden die opwelt in een hart geraakt door barmhartigheid. Laat ons de woorden van de Apostel ter harte nemen: "Verheug u altijd in de Heer" (Fil. 4, 4).

De huichelarij ontmaskeren

Zeker in dit Bruegeljaar ligt een verwijzing voor de hand naar het schilderij van Bruegel, de overspelige vrouw. Het is een grisaille uit 1565. Jezus schrijft op de grond. “Neergeboden schreef hij op de grond, om ons te herinneren aan de wet van het evangelie volgens dewelke God ons zal oordelen. De wet die in de stenen tafelen stond gegrift, maakt hen trots en arrogant in hun valse rechtvaardigheid: de wet die op de grond gechreven is, maakt iedereen deemoedig en genadig tegenover zijn naaste, bewust van de eigen zwakte” (Erasmus, geciteerd bij Leen Huet, Pieter Bruegel, p. 277).

Jezus doorzag de sluwheid van zijn tegenstanders. “De Farizeeën treden niet op in naam van de gerechtgheid, maar om Hem een valstrik te leggen.Wat hun eigen zedelijkheid betreft, deze is leugenachtig, want zij doen zelf niet wat zij van anderen eisen. Doen zij het echter in werkelijkheid wel, dan verhardt het ten tot eigengerechtigheid en maakt, dat zij blind en doof worden voor het wezen en de boodschap van Christus. Daarom zwijgt Jezus, doch uit dit zwijgen verheft zich de stem van de waarheid. Of het recht aan de kant van de Wet is, wotdt niet in twijfel getrrokken; maar de aanklagers worden zich ervan bewust waarom zij aanklagen en wie ze zelf zijn. Dan beginnen ze zich te schamen en gaan weg, ‘de oudste eerst’. De daad van de vrouw wordt in het geheel niet goedgekeurd. Zij is een ‘zondares’, en Jezus spreekt haar ook aan als zodanig. Maar ze krijgt haatr recht tegenover deze Wetsgeest en deze aanklagers. Zo wordt een hogere gerechtigheid voltrokken, die van God komt, die het hart wijd maakt en de ‘menslievendheid van onze God’ openbaart (Tit. 2,12). Ook de ‘verlorene’ wordt geroepen door God, die tegelijk rechtvaardig is en barmhartig” (R. Guardini, De Heer, p. 74-75). De Duitse denker is er niet voor om het verhaal uit te leggen alsof Jezus opkomt voor het recht van de hartstocht tegen een verstarde orde en een huichelachtige gestrengheid der zeden. De huichelarij ligt bij de aanklagers. Dit zet ons aan onszelf op dit vlak te bevragen.

Vrouwenrechten

Naast Breugel hebben nog veel andere schilders dit Bijbels tafereel weergegeven. Bij de expositie in Bozar over Van Loon, van wie enkele schilderijen in de basiliek van Scherpenheuvel hangen, was het eerste schilderij, Christus en de overspelige vrouw. Het wordt toegeschreven aan Bartolomeo Manfredi.

Het zelfde onderwerp is uitgebeeld door Pieter Paul Rubens; Dit hangt in het Brussels museum van Schone Kunsten. Daar is ter gelegenheid van het zeventig jaar rechten van de mens een parcours dat gaat langs een aantal schilderijen, zoals dit van Jezus met de overspelige vrouw. Een reflectie aldaar bij vrouwenrechten. De houding van Jezus mag ons niet onverschillig laten.

“In Jezus is Gods Woord zijn tent onder ons komen opslaan, zegt de evangelist Johannes (Joh. 1,14). Door mens te worden, overbrugt God de laatste afstand tussen zijn woonplaats en de onze. Dat Jezus elke afstand overbrugt, ervaren niet alleen de herders. Later trekt Jezus van dorp naar dorp. Hij slaat niemand over. Niet de melaatse. Niet de bedelaar. Niet de bezetene. Niet de overspelige vrouw. Telkens is dit hun eerste en grootste verrassing: dat Gods barmhartigheid in Jezus zoveel dichterbij komt’ (Kerstboodschap 2018 van bisschop Johan Bonny)