In goede en kwade dagen

“Zeg als ouder persoon niet aan een jonge mens: ik ben ook jong geweest. Ze zullen antwoorden ja, maar niet in 2015.” Deze reactie zou ons omzichtig moeten maken bij veel van wat we zeggen, ook inzake huwelijk en gezinsleven. Het levenspatroon van zeventig jaar geleden was niet hetzelfde als dit van nu.

Bijna één op de vijf Vlaamse kinderen en jongeren heeft gescheiden ouders. Vaak gaan die ouders een nieuwe partnerrelatie aan en ontstaat een nieuw samengesteld gezin. Als priester had hij de kinderen van broers en zussen mogen dopen. Hij had hen het vormsel mogen toedienen en hun huwelijk ingezegend. Hij was met hen begaan en heeft de pijn aangevoeld dat 3 op de 4 niet meer samen zijn.

Het is zo moeilijk om situaties van toen te vergelijken met deze van nu. Ten allen tijd is de mens een complex wezen. Er is binnen het huwelijk zowel vroeger als nu geleden. In haar roman Hanna's daughters geeft de Zweedse schrijfster Marianne Frederiksson een levensbeschrijving van drie generaties vrouwen. Ze plaatst het tegen de achtergrond van de verstedelijking vanaf het Zweedse platteland en de vrouwenemancipatie.

Twee jonge priesters hadden hun opleiding in Rome voleindigd. Ze gingen elk naar hun eigen land terug en ze konden vermoeden dat zij in hun land verantwoordelijkheden zouden krijgen en moeten opnemen. “Ik wens u het allerbeste”, zei de eerste “en vergeet niet trouw te blijven aan de beginselen.” Waarop de tweede een zelfde wens uitsprak en zei: “En vergeet de mensen niet.” Wie dit vertelde was Albert Prignon en hij sprak over zijn medestudent Karol Woytila. In de discussies voor en tijdens de synode over het gezin hebben beide richtingen zich gemeld.

Of de groep kerkgangers groot of klein is, hij is steeds gevarieerd. Wij moeten oog hebben voor zij die er gelukkig zijn in hun gezin en eveneens voor hen die mislukking kennen. Gods oog ziet meer en beter dan elk mensenoog.

Het gezin van Nazareth

De Kerk wil mensen begeleiden in hun keuze voor elkaar en in hun verantwoordelijkheid voor hun kinderen. In de liturgie vieren we het feest van de heilige familie.

Jezus is in een gezin geboren. De Bijbel zegt er niet zoveel over. Van Jozef vernemen we dat hij timmerman was en gewaardeerd werd als ‘rechtschapen’ man. Maria toonde zich zeer ontvankelijk voor wat de Heer van haar vroeg. Zij aanvaardt de zending, die haar wordt toevertrouwd. Ze is begaan met haar nicht Elisabeth aan wie zij het goede nieuws verkondigt en bij wie ze zes maanden verbleef. Jozef neemt voor Maria de zorg op, wanneer ze zwanger is en optrekt naar Bethlehem. De zorg wordt groter wanneer het gezin op de vlucht moet, want hun kind is niet veilig. Beide zijn ze verwonderd bij de begroeting van hun kind door Hanna en Simeon. Ze beseffen waartoe dit kind is bestemd.

Het gezin vestigt zich in Nazareth. Een verblijf sans histoires. Jezus groeide er op in wijsheid. Hij heeft er het leven gedeeld van familieleden en dorpsgenoten. Als twaalfjarige geeft hij blijk van zijn eigen roeping. Wanneer hij dan later van huis weggaat, zijn Maria en zijn familieleden bezorgd. Ze willen hem zelfs terughalen en horen hem dan zeggen dat ook zij geroepen zijn om de wil van God te horen en te volgen.

Elkaar vergeving schenken

Dit jaar heeft paus Franciscus meerdere malen over het gezin gesproken, over dit van Nazareth, over het sacrament van het huwelijk, over man en vrouw, over vader en moeder, over kinderen, over grootouders, over leed in het gezin ten gevolge van armoede, ziekte en dood. Hij sprak over werk, feest en gebed in het gezin. Hij had over kwetsuren. Hij doet het telkens op een eenvoudige manier, het concrete leven voor ogen, luisterend naar woorden van het evangelie en met aandacht voor de visies van de kerk.

Hij wees op de waarde voor het gezin van drie eenvoudige woorden: ‘permesso’, ‘grazie’, ‘scusa’. Zij zijn van belang in vele situaties. Ze concretiseren de raad van Paulus op het feest van de heilige Familie: “Bekleedt u met tedere ontferming, goedheid, deemoed, zachtheid en geduld. Verdraagt elkander en vergeeft elkander als de een tegen de ander een grief heeft” (Kol. 3,12-13).

‘Permesso’: mag ik? Is het toegestaan. Geen opdringerigheid. ‘Grazie’, dankjewel, de goedheid van de andere erkennen. ‘Scusa’, verontschuldig mij, vergeef mij. Niet zo gemakkelijk om zeggen. “Als we niet bekwaam zijn ons te verontschuldigen wil dat zeggen dat we ook niet bekwaam zijn om vergiffenis te schenken. Veel kwetsuren van gevoelens, veel verscheurdheid in gezinnen begint met het verlies van dit kostbare woord: “excuseer me”. In het huwelijksleven kan men ruzie maken, soms “vliegen er schotels”, maar ik geef jullie een goede raad: de dag nooit eindigen zonder vrede te sluiten! Hebben jullie, man en vrouw, ruzie gemaakt? Kinderen met de ouders? Hebben jullie erg ruzie gemaakt? Dat is niet goed; maar het is ook niet het echte probleem. Het probleem is dat dat gevoel er ook nog ’s anderendaags is. Daarom, als jullie ruzie hebben gemaakt, nooit de dag eindigen zonder vrede te sluiten in het gezin. Hoe vrede sluiten? Moet ik op de knieën? Neen! Een klein gebaar volstaat, een klein iets, en de samenhorigheid in het gezin keert terug. Een liefkozing volstaat. Zonder woorden. Maar in het gezin nooit de dag besluiten zonder vrede te sluiten! Het is niet gemakkelijk, maar je moet het doen. Zo wordt het leven mooier” (algemene audiëntie 13 mei 2015).

Niet afschrijven

Wanneer liefde in een gezin verdwijnt en plaats maakt voor hardheid en wrok, voelen de kinderen dit het sterkst aan. Daarover sprak de paus tijdens de audiëntie van 25 juni: “Wanneer een man en een vrouw die zich geëngageerd hebben om ‘één vlees” te worden en een gezin op te bouwen, dwangmatig alleen nog denken aan de eigen behoeften van vrijheid en bevrediging, raakt deze afwijking heel diep het hart en het leven van de kinderen. Echtgenoot en echtgenote zijn één vlees. Maar hun nakomelingen zijn vlees van hun vlees. Wanneer man en vrouw één vlees geworden zijn, snijden alle kwetsuren en alle verwaarlozingen door papa en door mama, diep in het levende vlees van de kinderen.” De paus geeft toe “ dat er gevallen zijn waarin de scheiding onvermijdelijk is. Soms kan ze zelfs moreel noodzakelijk worden, wanneer het er precies op aankomt de meest zwakke echtgenoot of de kleine kinderen te onttrekken aan zwaardere kwetsuren veroorzaakt door machtsmisbruik en geweld, door verloedering en uitbuiting, door vervreemding en de onverschilligheid.”

In zijn toespraak op 5 augustus 2015 vraagt de paus om zorg voor hen die, na het onherroepelijk mislukken van hun huwelijksverbond, een nieuwe verbintenis hebben gesloten. “De Kerk weet goed dat een dergelijke situatie in tegenspraak is met het christelijk sacrament. Niettemin put haar blik van lerares ook altijd aan haar moederhart; een hart dat bewogen door de heilige Geest, altijd het goede zoekt en het heil van de mensen. Als we dan ook naar die nieuwe verbintenissen kijken met de ogen van de kleine kinderen en van de allerkleinsten zien we nog scherper de dringendheid om in onze gemeenschappen een reëel onthaal te ontwikkelen voor de mensen die dergelijke situaties beleven.”

In de voorbije jaren is in de Kerk het bewustzijn sterk gegroeid dat een broederlijk en attentvol onthaal, in liefde en waarheid, noodzakelijk is van die gedoopte die een samenlevingsverband gestart zijn na het mislukken van het sacramenteel huwelijk. “Die mensen zijn niet geëxcommuniceerd. Ze mogen absoluut niet als zodanig behandeld worden: zij blijven deel uitmaken van de Kerk.” De kerkgemeenschap wil hen opvangen en bemoedigen zodat ze hun behoren tot Christus en de Kerk steeds beleven en altijd ontwikkelen door gebed, door te luisteren naar het woord van God, door deelname aan de liturgie, door de christelijke opvoeding van de kinderen, door naastenliefde en dienstbaarheid aan de armen, door de inzet voor rechtvaardigheid en vrede. "De Kerk is geroepen om het open huis van de Vader te zijn". Dit kan niet met gesloten deuren!” (Apost. Exhortatie. De vreugde van het Evangelie, n. 47). Voor de toespraken van de paus zie: Kerknet. De vertaling is van Marcel de Pauw.