20e zondag door het jaar C

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 233 niet laden

Lucas is de meest vreedzame, de meest vergevingsgezinde, de meest verzoenende van alle Evangelisten. Hij schrijft het meest over de vreugde van de blijde boodschap van Jezus van Nazaret. Wat moeten wij dan dat woord ook uit zijn pen lezen? Wat moet hij dat woord van Jezus onthouden: "Meent gij dat Ik op aarde vrede ben komen brengen? Neen, zeg Ik u, juist verdeeldheid".

Wij bidden voor vrede, we werken voor de vrede, we discussiëren over de vrede, in kleinere en grotere groepen dialogeren we, met hen die ons geloof niet delen en met hen die helemaal niet geloven. Heel de wereld snakt naar vrede. De Kerk zaait Lucas' woord door alle eeuwen en tijden: "Vrede op aarde aan de mensen die Hij liefheeft"! En toch is Jezus volgens het woord voor deze zondag verdeeldheid komen brengen op aarde. Het is niet evident een blijde boodschap. "Vuur ben Ik op aarde komen brengen, en hoe verlang Ik dat het reeds oplaait"! Het is geen louter vreugdevuur waarover Jezus spreekt.

De sleutel die dit geheim ontsluit is het leven van Jezus zelf. Hij is de eerste die naar vrede smacht. Hij is het die de vrede, zijn vrede zal geven, "niet zoals de wereld die geeft", maar zoals God alleen kan geven. Zij heeft niets goedkoops. Zij wordt met Jezus' kostbaar Bloed gekocht. Het wordt een zuivere, heldere, rechtvaardige vrede, gelouterd door het vuur van de Heilige Geest, gezuiverd door het doopsel van Jezus' lijden. "Ik moet een doopsel ondergaan, en hoe beklemd voel Ik Mij totdat het volbracht is".

Van de vrede die de wereld geeft horen we in het drama van Jeremia. Hij is van Jezus een voorafbeelding. Hij is profeet en spreekt dus in Gods Naam. Maar hij spreekt tot koningen en leiders, die "Eer aan God in den hoge" niet kennen, maar alleen: "Vrede op aarde aan de mensen die Hij liefheeft". Dat ook zij Hem kunnen liefhebben en dat ze ook elkaar kunnen liefhebben schijnen ze niet te weten. Jeremia brandmerkt ze: "Ze beweren: ‘Het gaat goed! Alles gaat goed'! Maar het gaat helemaal niet goed". Er zal inderdaad geen vrede zijn. We kennen het vervolg van de geschiedenis. Samaria zal verwoest en geplunderd worden en de bevolking door de Assyriërs verbannen. Jeruzalem zal honderdvijftig jaar later door de hand van de Babyloniërs hetzelfde lot ondergaan. Het zullen honderdvijftig jaar zijn van goedkoop betrachte vrede, van verdrukking en uitbuiting, van leiders zonder Godszin, of die Hem alleen met de lippen dienen. De vrede die deze wereld zal geven, zal kortstondig zijn, wankel en onbetrouwbaar. Ze zal verstoord en tenslotte vernietigd worden in een verwoesting van land, stad en tempel, waarover tot op heden in Jeruzalem nog wordt geklaagd. Naar een profeet, iemand die in Gods Naam spreekt hebben ze niet geluisterd. Ze wilden vrede en compromissen, zoals de wereld die geven. Van "Eer aan God in den hoge", van eer aan de profeet die in zijn Naam spreekt, wilden ze niet horen. "De edelen zeiden tot de koning: ‘Laat die profeet Jeremia ter dood brengen. Die man wil niet het welzijn van het volk, maar zijn ondergang'". De opportunist Sidkia, die koning was, liet hen begaan: "Ik kan toch niet tegen u op". Het volstond dat een vreemde hoveling, een Ethiopiër, het bij de koning voor Jeremia opnam, opdat die weer vrij zou komen. Koning Sidkia was de speelbal van zijn dienaren, niet de leider van zijn volk, en niet zelf de dienaar des Heren. "Vrede op aarde", maar geen "Eer aan God in den hoge".

Jezus was profeet en koning tegelijk. Hij sprak in Gods Naam, en Hij sprak als God zelf, de Goede Herder die zelf zijn volk leidde. Hij beloofde geen goedkope vrede, maar verdeeldheid tot in de gezinskring zelf, die alleen zou ophouden en plaats ruimen voor de vrede in het hart van wie in navolging van Jezus door water en vuur zouden gaan en de zuivere vredesstrijd zouden strijden. Die duurt nu reeds twintig eeuwen.

Wees niet bang voor die strijd, vrees de goedkope, onzuivere vrede. Ge zijt gezuiverd door het water van het doopsel. Ge zijt gelouterd door het vuur van de Geest in het heilig vormsel. Iemand is u voorgegaan. Hij heeft de verdeeldheid van de harten scherp gesteld. Hij heeft overwonnen en vrede gebracht.