20ste zondag C (2007)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 194 niet laden

OPENINGSWOORD

Wij weten allemaal wel wat van het geloof af: dat Jezus met Kerstmis is geboren, met Goede Vrijdag gestorven en met Pasen verrezen; dat de engelen onsterfelijke geesten zijn, die God helpen bij het bestuur van hemel en aarde, enz.. En misschien weten wij ook het nodige van het geestelijke leven van de christen af: dat wij moeten bidden met ons hart en dat wij in zekere zin moeten bidden zonder ophouden; dat wij ons t.o.v. God en ook t.o.v. elkaar een beetje nederig - bescheiden - moeten opstellen en wij weten dat God altijd bij ons is.

Maar onlangs las ik in het 550 jaar oude boek ‘De Navolging van Christus' van Thomas a Kempis, dat God klaagt dat zo veel mensen het wel weten, maar het niet of niet altijd doen. Als wij zo zijn, zijn wij dan eigenlijk niet ziende blind!? Handelen wij dan niet tegen beter weten in!? God heeft vertrouwen in ons, broeders en zusters, anders had Hij ons zijn Zoon niet gegeven. Stellen wij zijn vertrouwen niet teleur en handelen wij overeenkomstig wat wij van God en zijn Kerk weten. Wij hebben zojuist gezongen "Geest die vuur en liefde zijt". Laten wij vurige christenen zijn. Laat ieder zichzelf eens afvragen: Gaat er van mij een kracht uit? Gods kracht? Of ben ik zo'n lauwe christen dat ik op andere christenen en niet-christenen geen enkele indruk maak? Vragen wij om een vurig geloof. Vragen wij om de wil om een vurig christen te zijn. Om het belang daarvan in te zien.

Vragen wij vergeving als wij tegenover God en mensen lauw of zelfs koud zijn geweest.

OPENINGSGEBED

God, almachtige Vader, uw Zoon heeft de schande niet geteld en het kruis ten einde toe gedragen. Laat ook ons niet ten onder gaan als tegenstand ons treft. Verdiep ons geloof in uren van ontmoediging en geef ons de sterkte die wij nodig hebben. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon...

KINDERNEVENDIENST

PREEK

Aan het begin van deze viering had ik het over een stukje theoretische kennis. Die kennis is heel belangrijk, maar ... weten wij de theorie ook in de praktijk te gebruiken!? De profeet Jeremia over wie de eerste lezing gaat zal deze kennis ook hebben gehad. Zelfs méér dan dat, want God had hem bij een andere gelegenheid persoonlijke het volgende gezegd: "Ik maak heden van u een versterkte stad, een ijzeren zuil, een koperen muur tegenover het hele land: de koningen en edelen van Juda, de priesters en de burgers. Zij zullen u bestrijden, maar u niets kunnen doen. Want Ik ben bij u om u te redden" (Jeremia 1, 18-19). Dat was de theorie, de belofte. Maar wat zal Jeremia hebben gedacht toen hij in de praktijk door zijn vijanden in de put werd neergelaten!?

Het kenmerk van de heiligen is, dat zij in dergelijke niet beginnen te jammeren, niet tegenover iedereen hun zielige levensverhaal gaan vertellen - dat kan trouwens moeilijk als je letterlijk alleen in een put zit - maar dat zij hun toevlucht nemen tot God. Je kunt als je opeens zwaar wordt beproefd een hele slof sigaretten oproken, een fles jenever soldaat maken, bij vrienden op bezoek gaan en luidruchtig over je problemen heen praten alsof ze niet bestaan. Maar laten wij eerlijk zijn: als de sigaretten op zijn, je hebt je roes uitgeslapen of je komt van je vrienden terug in een leeg huis, of misschien vol met mensen, die jou op dat moment niet begrijpen, dan springt het probleem meteen weer boven op je. De sigaretten of de jenever of het drukke vriendenbezoek waren vluchtmiddelen. Je wilde of durfde de realiteit niet onder ogen zien. Je hele leven heb je gebeden, misschien een beetje onnadenkend en uit gewoonte, dat God je in moeilijke omstandigheden zou bijstaan, en toen die moeilijke omstandigheden kwamen, vergat je God en al je gebeden tot Hem en greep je naar een vluchtmiddel.

Een heilige is iemand, die - naast zijn hart - ook zijn gezonde verstand gebruikt. Een heilige weet, dat als hij erge buikpijn heeft, hij naar de dokter moet, en als hij verdriet heeft, het niet meer ziet zitten, dan moet hij allereerst naar God toe. Dan moet hij de theorie in de praktijk gaan omzetten. De wetenschap, dat God altijd bij hem is, ook in het donker van de put, daar gaat hij nu aan denken. Hij ziet God als het ware naast zich staan. Samen kijken zij omhoog: Hoe komen wij hier weer uit en dan weet de heilige: God weet het antwoord. God heeft de oplossing. Wat God laat gebeuren is op dit moment voor mij het beste. En dan glimlachen God en de heilige naar elkaar in het donker van de put. God glimlacht, omdat Hij blij is met het vertrouwen, dat de heilige in Hem heeft. En de heilige glimlacht, omdat hij weet, dat God het beste met hem voorheeft.

In de eerste lezing van vandaag loopt het goed af voor Jeremia. God inspireert een man, Ebed-Melek, om naar koning Sidkia te gaan en een vurig pleidooi voor Jeremia te houden. En het werkt, even later wordt Jeremia weer uit de put bevrijd.

Maar hoe zit het dan met die 19 Zuid-Koreaanse missionarissen, die nog steeds door de Taliban worden gegijzeld? Twee van de drieëntwintig zijn al gedood, twee zijn er wegens ziekte vrijgelaten. Dag en nacht zou die ene vraag door hun hoofd kunnen gaan: worden wij gedood ... of worden wij vrijgelaten? Had God die twee die zijn gedood in de steek gelaten? Heeft God dan ook zijn eigen Zoon, die op het kruis werd gedood, in de steek gelaten? Heeft God die vele duizenden christenen, die in de loop der eeuwen letterlijk hun leven hebben gegeven, in de steek gelaten? Ook zij wisten dat God altijd bij hen is, maar voor hen kwam de redding te laat, te laat voor deze wereld, maar niet te laat voor Gods wereld. Waarom God dit heeft laten gebeuren? Wij weten het niet. Ook voor zoveel profeten van het Oude Testament kwam de redding niet op tijd. Velen zijn vermoord door ongelovigen, die de stem van de profeten niet meer wilden horen. Hun roepende stem was een te luide aanklacht aan het adres van hun moordenaars.

Maar is dat ook niet wat Jezus bedoelde in het evangelie van vandaag!? Hij zei, dat Hij verdeeldheid was komen brengen, het vuur en het zwaard van de verdeeldheid. De ene mens gelooft in Hem, de andere niet. En dat brengt nu eenmaal spanningen met zich mee. Want wel of niet geloven in Jezus Christus heeft alles met je manier van leven te maken.

Jezus Christus zelf was één van de eerste slachtoffers van deze verdeeldheid. Alleen Johannes de Doper was Hem voor. En misschien mogen wij ook de slachtoffers van de kindermoord in Bethlehem meetellen. Maar bracht Jezus' dood in principe niet voor iedereen het leven, het eeuwige leven!? En zo is het ook met alle mensen, die sterven omwille van hun geloof. Ik denk dat het ook geldt voor bijvoorbeeld de reddingswerkers in de Amerikaanse staat Utah, die omgekomen zijn bij hun poging om mijnwerkers te redden: "Geen groter liefde heeft iemand - zegt Jezus - dan hij die zijn leven geeft voor zijn vrienden". God is altijd bij ons. Maar ik denk dat Hij vaak liever met ons in de put afdaalt dan dat Hij van boven af naar beneden kijkt.

De tweede lezing begint met de woorden: "Laten wij ons aansluiten bij die menigte van getuigen van het geloof en elke last en belemmering van de zonde van ons afschudden om vastberaden de wedstrijd te lopen waarvoor wij ons hebben ingeschreven". Het leven is een wedstrijd. De overwinning kunnen wij alleen maar halen door door te lopen tot na de finishlijn, dat is de dood. Maar de prijs, die wij dan krijgen is dan ook oneindig groot. Ook al zijn wij met vrienden of familie bij elkaar, die helemaal niet in Jezus Christus geloven, laten wij in liefde en met vriendelijkheid opkomen voor de waarheid. Uiteindelijk zal een aantal mensen toch respect voor ons krijgen. En wie weet ... gaan zij ons navolgen, zodat wij mensen in deze wereld zover krijgen, dat zij mee bouwen aan het Rijk van God op aarde en zij met ons de hemel mogen binnengaan. Dat is één van de mooiste geschenken, die wij God kunnen aanbieden: een medemens winnen voor het Koninkrijk van God. Spannen wij ons daartoe tot het uiterste in.

Het afgelopen jaar hebben al bijna honderd Amerikaanse soldaten zelfmoord gepleegd. Bijna tien keer zo veel soldaten hebben een poging tot zelfmoord ondernomen. Hebben die soldaten in hun omgeving mensen gekend, die vurig hun geloof in God hebben beleefd? Hebben mensen hen verteld hoe zijzelf door God zijn geholpen? Wie weet? Ik weet zeker dat het zou schelen als wij vuriger zouden zijn. Vuur geeft licht en warmte. Vuur kan zuiveren. Zijn wij een vriendelijk vuur, voor God en voor mensen.