13e zondag door het jaar C - 2013

 ‘Voor de vrijheid heeft Christus ons gemaakt. Hou dus stand en laat u niet weer het slavenjuk opleggen. Gij werdt geroepen om vrije mensen te zijn.’ 

Zusters en broeders, het zijn niet mijn woorden, maar woorden van Paulus. We hoorden ze in het begin van de eerste lezing, opnieuw een stukje uit zijn brief aan de Galaten. Dankzij Jezus zijn we vrije mensen, zegt hij, en hij voegt daaraan toe: ‘Misbruik echter de vrijheid niet als voorwendsel voor de zelfzucht; dien elkaar in liefde. Want de hele wet is vervat in dit ene gebod: ‘Bemin uw naaste als uzelf.’ Vrijheid, zelfzucht - en dat woord betekent hetzelfde als egoïsme - , bemin uw naaste als uzelf: het zijn kernbegrippen in ons mens zijn en in ons christen zijn. 

We zijn dus vrije mensen. Geen slaven van anderen, van wetten, van onderwerping. Maar misschien zijn we ons er niet van bewust dat we daarom nog niet vanzelfsprekend vrij zijn. En wellicht zijn we er ons nog minder van bewust dat we die vrijheid zelf bedreigen. Dat we onze vrijheid dus zelf aan banden kunnen leggen, anders gezegd dat we onszelf onvrij kunnen maken. Paulus vermeldt hoe we dat doen: door zelfzucht, dus egoïsme. Dat bedreigt ons en ons christen zijn, want het zorgt ervoor dat we alleen aan onszelf willen denken, alleen voor onszelf willen leven, alleen voor onszelf willen zorgen. Dat we alleen onszelf goed vinden. We houden geen rekening met wat Jezus vraagt en ons voorleeft: dat wij er zijn voor elkaar zoals God er is voor ons. Dat heeft Jezus ons voorgeleefd, en in de mate dat we Hem volgen, worden we vrije mensen. 

Maar die vrijheid is dus niet vanzelfsprekend. Dat merken we bij onszelf, en bij de mensheid in haar geheel. Verenigingen vinden dikwijls alleen zichzelf de moeite waard, volkeren kunnen elkander haten, landen weigeren dikwijls elkaar te helpen, godsdiensten breken elkaar af in naam van een en dezelfde God. Eeuwenlang hebben katholieken en protestanten dat gedaan, vandaag doen islamieten dat: elkaar afkraken, elkaar uitmoorden. 

Stop daarmee, zegt Paulus, want er is maar één gebod: Bemin uw naaste als uzelf. We weten dat die woorden niet van hem, maar van Jezus komen. Jezus die alle wetten tot die ene wet samentrok, want die wet maakt van de mens de vredevolle schepping die God heeft gewild. Zijn hele leven heeft Jezus die wet voorgeleefd. Dat komt ook in het evangelie van vandaag tot uiting. Hoewel Jezus weet wat Hem in Jeruzalem te wachten staat, trekt Hij er vanuit Kafarnaüm vastberaden naartoe, want ook daar moet Gods woord in de juiste richting gaan. Kafarnaüm ligt in Galilea, helemaal in het noorden van het joodse rijk, Jeruzalem ligt in Judea, dus in het zuiden. Jezus moet dus door Samaria, maar Hij is niet welkom in het dorp waar Hij de nacht wil doorbrengen. Jacobus en Johannes zijn daar zo woedend om dat ze Gods vuur over het dorp willen oproepen om het volk te verdelgen. Maar Jezus wijst hen streng terecht. Hij wil immers geen straf voor andere mensen, Hij wil alleen maar liefde. Want Hij kent maar één wet: Bemin uw naaste als uzelf. Ook al is die naaste niet je vriend, dan nog mag je niet vergeten dat hij je naaste is. 

Bemin uw naaste als uzelf: Jezus weet dat dit niet altijd gemakkelijk is, en ook niet zo vanzelfsprekend. Misschien zegt Hij daarom tot de man die zegt dat hij Hem wil volgen: ‘De vossen hebben holen en de vogels hun nesten, maar de Mensenzoon heeft niets waar Hij zijn hoofd op kan laten rusten.’ Met andere woorden: denk niet dat je rijk wordt door Me te volgen, want als christen ben je er niet alleen voor jezelf, maar ook voor je medemens. Je leeft en je werkt niet alleen voor jezelf, maar je bent bekommerd om je naaste, je helpt wie in nood is, je deelt met wie tekort heeft. En Jezus zegt ook: ‘Wie zijn  hand aan de ploeg slaat, maar omziet naar wat achter hem ligt, is ongeschikt voor het Rijk Gods.’ En wat ligt er achter ons? Dat is wat we bezitten, dat is wat we al heel ons leven nastreven voor onszelf, dat is rijkdom. Leven we alleen daarvoor, dan zijn we inderdaad niet geschikt voor het Rijk Gods, want dat houdt liefde en vrede in voor alle mensen. En dat ligt niet achter ons, nee, dat moeten we elke dag opbouwen. 

Zusters en broeders, laten we proberen echt vrije mensen te zijn. Geen mensen die verslaafd zijn aan onszelf, aan ons egoïsme, aan onze zelfzucht. Laten we proberen te leven zoals Jezus ons heeft voorgeleefd. Amen.