Geraakt (2007)

Vroeger speelden we als schooljongens een spel tussen twee partijen met een trefbal, Zodra je geraakt werd door iemand van de andere partij behoorde je tot die andere partij. De verdere regels ben ik kwijt, maar het spel doet me denken aan bloemetjes langs de weg en de sterren aan de hemel. We lopen, fietsen of rijden er dagelijks in grote getale aan voorbij, ook wijzelf. Maar dat kan ineens helemaal anders zijn. Je rust even op een bank langs de weg en je ziet opeens op een plek waar voorheen alles verdord was enkele sneeuwklokjes staan. Nooit gezien nu wel en geraakt door het wonder van nieuw leven. Of je komt met de laatste trein thuis. Op een straathoek heeft een lantaarn het begeven. Je kijkt omhoog. Ge wordt getroffen door  de stilte van de nacht en het zien van miljoenen sterren. Dan behoor je tot degenen die niet langer aan wonderen voorbij lopen.

Jonge mensen leven dikwijls heftig van dag tot dag. Ze willen van alles zien en meemaken, maar het kan toch heel lang duren voordat ze ook maar enig zicht hebben op en een keuze kunnen maken voor hetgeen ze later willen gaan doen of wat ze willen worden. Ze leven voorlopig aan alles voorbij totdat ze plotseling iemand ergens enthousiast mee bezig zien, gegrepen worden door het verhaal van een bewogen leraar, geraakt door een gebeurtenis of een persoon. Dan verandert er alles. Wat is dat dan precies wat hen raakt? Dat kan een woord zijn, een daad, een schijnbaar gewone gebeurtenis die een ander niets zegt, maar nu hem of haar wel. Wat de gevolgen zijn van dit getroffen zijn is nog lang niet te voorzien. Het is een begin en heeft misschien nauwelijks iets te maken met de eigenlijke invulling. Als we aan elkaar zouden vertellen wat je als deze man of vrouw bij elkaar heeft gebracht, wat je tot dit beroep heeft aangezet of tot deze levensinvulling, we zouden het van elkaar niet begrijpen, niet eens van onszelf en toch werden we op zeker moment geraakt.

Het overkwam de profeten, zoals we ook van Jesaja vandaag lezen en het overkwam de apostelen die met Jezus samen waren. Door een natuurverschijnsel werden ze opeens zo geraakt dat ze zich afvroegen tot welke taak zij geroepen waren. Een visser wordt getroffen door iets dat met vissen maken heeft, een musicus door iets van muziek. Wat voor de een veel zegt, zegt de ander misschien niets. De profeet Jesaja voelde de grond trillen en zag rook in de tempel, de apostelen voelden zich aangesproken door een vol visnet.

Het lijkt bij ons mensen met elkaar te maken te hebben. De echte bezieling voor een levens taak en het geraakt worden door het mysterie van de schepping, het mysterie van zoveel wat er om ons heen gebeurt. Als het nog aan bezieling ontbreekt zoeken we de stilte op van de natuur of van de nacht. Roeping noemde we dat vroeger. Het heeft dan geen zin om te wachten op een harde stem die roept: “ ik zal een soort mensenvisser van je maken”.

Vandaag worden we aangespoord om op te letten en ons te laten raken door wat dan ook, als een teken, een oproep om naar voren te treden en in de voetsporen te treden van Jezus van Nazareth.  Daar is niets anders voor nodig dan open te staan voor de oproep uit gewone gebeurtenissen, uit “Zo wil ik ook zijn, zo wil ik ook doen, zoals die apostelen, zoals die profeet: “Hier ben ik”. Amen