De zon van de gerechtigheid gaat op..

Beste vrienden,

Kunnen jullie je de eerste lezing nog herinneren? Ik denk dat er onder jullie niet veel zijn die dat nog kunnen. Het is een zeer korte, eigenlijk nietszeggende tekst – typisch oud testament zal de ene of de andere wellicht zeggen.   

Dat is dan het resultaat, wanneer men uit een belangrijke boodschap, uit een echte profetische redevoering, zomaar twee zinnetjes uitsnijdt. Van Gods boodschap door de profeet Maleachi zijn er in het Lectionarium voor vandaag maar twee schamele verzen overgebleven. 

"Je zou de rest misschien verkeerd kunnen begrijpen. En het is toch zo’n moeilijk taal, die de profeet gebruikt. En de beelden die hij aanhaalt hebben zoveel verduidelijking nodig. Dat kan je de gelovigen toch niet meer aandoen.”   

En dan schrapt men vooraan en achteraan zo veel weg, dat er nog maar twee of drie kleine nietszeggende zinnetjes overblijven.   

Goede vrienden, ik wil u die tekst van de profeet toch wel aandoen. En ik ben ervan overtuigd dat jullie die tekst ook goed zullen begrijpen. Laten we hem even van dichtbij bekijken:

We bevinden ons in de tijd waarin Israël, na de Babylonische ballingschap, weer in het eigen land was teruggekeerd. De eerste euforie na die periode van oorlog en ballingschap was voorbij. Ook de jaren van wederopbouw, waar iedereen voor elkaar in de bres sprong, waren reeds voorbij.

Men leefde in een tijd waarin de schaar tussen arm en rijk weer wijd openstond. Zij die hadden, werden steeds rijker en zij die niets hadden, dreigden helemaal ten onder te gaan.   

En natuurlijk waren het juist diegenen – en zo lijkt het wel altijd te gaan – diegenen die aan God vasthielden, diegenen die handelden naar hun geweten, die de eerste slachtoffers waren. Degenen die om God niets gaven, die alleen aan hun eigen voordeel dachten, die dreven als grote vetogen in de maatschappij boven.  

Het hoeft ons dan ook niet te verwonderen dat de mensen zich begonnen af te vragen waarom ze eigenlijk nog aan die God moesten vasthouden, wat er voor hen inzat wanneer ze Hem trouw bleven.   

In die situatie treedt de profeet Maleachi op. En hij spreekt in Gods naam: Want, zo staat er bij Maleachi: God zegt: “Uw woorden ergeren mij”. En dan vragen jullie nog: “Wat was er in onze gesprekken dan tegen U gericht?”  Jullie hebben gezegd: “Het is zinloos God te dienen. Wat winnen wij ermee als we zijn geboden onderhouden en voor de Heer van de machten in boetekleren rondlopen? Het is immers zo dat wij degenen die God trotseren gelukkig prijzen; degenen die kwaad doen gaat het voor de wind en degenen die God op de proef stellen brengen het er goed af.“ 

Dat was de ervaring van die mensen, voor wie God nog iets betekende, die hun leven voor Hem nog wilden verantwoorden en die nu moesten beleven dat God de anderen schijnbaar liet begaan.

Maar wel alleen maar schijnbaar. Maleachi spreekt verder:

“Toen spraken degenen die de Heer vrezen met elkaar. En de Heer heeft geluisterd en het gehoord.

En voor zijn aangezicht werd een gedenkschrift opgesteld met vermelding van allen die de Heer vrezen en die Zijn naam eerbiedigen. Zij zullen mijn eigendom zijn – zegt de Heer van de machten – op de dag die ik ga maken. Dan zal ik hen sparen, zoals een man zijn zoon spaart, wanneer die hem dient. Dan zult ge opnieuw het verschil zien tussen de rechtvaardige en de boosdoener, tussen degene die God dient en degene die Hem niet dient.

Want weet wel, hij gaat komen, de dag die zal branden als een oven. Al degenen die God trotseren en al degenen die kwaad doen, zij worden kaf. De dag die gaat komen steekt hen in brand – zegt de Heer van de machten – de dag die wortel noch tak van hen overlaat.

Maar voor u, die mijn naam vreest, gaat dan de zon van de gerechtigheid op die met haar vleugels genezing brengt. Dan zullen jullie dansend naar buiten komen, als jonge kalveren die op stal hebben gestaan, en u zult de boosdoeners vertrappen; ze zullen stof onder uw voetzolen zijn, op de dag die Ik ga maken – zegt de Heer van de machten.

Denk dus aan de wet van Mozes, mijn dienaar, aan wie ik op de Horeb voorschriften en bepalingen voor heet Israël heb gegeven.  – Woord van de profeet Maleachi.

Harde woorden, zoals men die in onze tijd nog maar zelden hoort, maar het zijn en blijven belangrijke woorden.

We mogen die ook niet letterlijk verstaan, maar de beeldspraak ook in haar context zien. Het gaat er natuurlijk niet om dat Mensen onder onze voetzolen vertrapt worden en tot asse vergaan. Het gaat er ook niet om dat wij kalveren moeten worden die door de wei huppelen. Dat is gewoon beeldspraak die de kern van de zaak moet onderstrepen. En dat doet ze ook zeer duidelijk: De boodschap dat God het geklaag van de ontrechten verhoort!  Geen enkele klacht wordt niet gehoord, geen enkel onrecht en geen enkele goede daad wordt vergeten. God staat aan de kant van diegenen die Hem trouw genegen zijn. En hij staat ook aan de kant van diegenen die worden verdrukt.

Diegenen, die hun hoge positie, hun macht en invloed op kosten van hun medemensen hebben verkregen, en die er nu zo glansrijk voorstaan, zullen ten val komen. God laat niet toe dat mensen op de duur worden beroofd van hun waardigheid en bestaansmiddelen.

Het is een belangrijke boodschap – zeker voor een tijd zoals die van de profeet Maleachi. Dus ook een belangrijke boodschap voor onze tijd nu!

Wanneer we in de media en ook van onze politici de laatste tijd steeds weer moeten horen, dat de kloof tussen arm en rijk steeds maar groter wordt, dat een zeer kleine minderheid alles naar zich toetrekt en er voor de grote meerderheid niets meer overblijft, wanneer stilaan een aanhoudend egoïsme de debatten in het land beheerst, dan krijgen we dezelfde situatie als in de tijd van Maleachi en wordt zijn boodschap weer gans actueel.

Bij hem gaat het niet om Jaloersheid of om nijd, maar enkel en alleen om gerechtigheid!

En Maleachi zegt nog meer: God zelf zal ervoor zorgen dat de gerechtigheid de bovenhand haalt.

Want we zullen het verschil zien tussen de rechtvaardigen en diegenen die onrecht doen, tussen diegenen die God links laten liggen en diegenen die hun levensweg voor God verantwoorden en hun blik richten op het welzijn van alle mensen.

De Heer richt het hoofd op, luistert naar zijn mensen en de zon van de gerechtigheid gaat op. Amen