Gerechtigheid is de bron van vreugde (2006)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 538 niet laden

Tijdens mijn theologiestudie ging het college Profeten over de profeet Sefanja, een van de kleine, minder bekende profeten. Het werkstukje dat ik moest maken ging precies over de eerste lezing van vandaag. De vraag die ik moest beantwoorden, was: Waarover is God verheugd? Nu leek me de blijdschap van God wel een mooi thema. Misschien ging het wel over de humor van God. Als Mokummer sprak dat me wel aan. Maar al gauw bleek dat de reden van Gods vreugde niet lag in een goeie grap, maar dieper, in de gerechtigheid die aanbreekt met de komst van wat de profeten noemen: de Dag des Heren, de Dag van God. En niet alleen God is daarover verheugd, maar ook Sion, ook het volk van Israël.

Net als vele andere profeten spreekt Sefanja veel over de dag van de Heer. Naar die dag wordt uitgekeken in tijden van groot onrecht, als de machthebbers het arme volk uitbuiten en aan hun lot overlaten, als ze over het hoofd van de eigen bevolking heen alleen maar uit zijn op het verstevigen van hun eigen machtspositie en het gewone volk daarvoor de oorlog insturen, die alleen maar slachtoffers oplevert, als ze zich aan God noch gebod storen en zich niets aantrekken van de profeten en hun oproep tot gerechtigheid. De eeuwen door kondigen dan diezelfde profeten aan dat de Dag des Heren nabij is, een dag waarin het verkrachte recht in ere wordt hersteld, waarin de verantwoordelijken worden gestraft voor al hun kwaad. Die Dag van de Heer gaat volgens de profeten veelal gepaard met geweld, zowel van de natuur als van mensen, maar de woede van God zit daarachter, niet als wraak maar wel als straffende gerechtigheid. Pas daarna kan er weer sprake zijn van herstel, van opbouw en een nieuw begin.

Het grootste deel van de profeet Sefanja bestaat dan ook uit oordelen en oproepen tot bekering. Pas in het laatste stuk van het laatste hoofdstuk, het stuk van onze lezing klinkt de belofte door en de vreugde bij God en bij Sion om de komst van die dag. Maar dit is dus geen vreugde van: O, wat zijn wij heden blij, maar vreugde die de diepte kent, die volgt op het einde van het kwaad en het herstel van het recht. Gerechtigheid is de bron van de vreugde. Vreugde is er omdat mensen eindelijk recht is gedaan.

Johannes de Doper zit met zijn oproep tot gerechtigheid helemaal in het spoor van die profeten: De armen, de onderdrukte, uitgebuite mensen moet recht gedaan worden. Dit is tegelijkertijd meteen ook een waarschuwing aan de rijken: Als je niet deelt, zal het je worden afgenomen. Voorwaar, een waarschuwing die nog niets aan geldigheid heeft ingeboet als wij naar de wereldwijde verhoudingen kijken. Zolang wij het accepteren dat mensen van honger omkomen, geen medicijnen krijgen die wij hier ruim voorhanden hebben, mogen we niet verbaasd zijn dat ze ons in de rijke landen komen opzoeken, ongeacht alle grenscontroles, strenge wetten, uitzettingen en andere maatregelen. Ze hebben simpelweg niets te verliezen en alles te winnen.
De enige echte oplossing ligt in de oproep van de profeten: Deel van je overvloed, als je twee kleden hebt en een ander geen: deel; als je zelf te eten hebt, deel dan met wie niets heeft. Op bescheiden wijze zien wij hier in Osdorp hetzelfde gebeuren, en het doet mij en vooral de ontrechten in ons midden ongelooflijk veel goed om te zien hoe verschillende van u via de krat in onze kerk ook in deze dure decembermaand heel daadwerkelijk delen met wie niets hebben.

Johannes kondigt net als zovele profeten vóór hem aan dat de Dag des Heren spoedig komt. Daarbij verwijst hij naar Jezus, die na hem komt, en die zal oordelen over goed en kwaad, die zal straffen en belonen, en in wie daardoor het rijk van Gods gerechtigheid definitief zal komen. Dat is meteen de voornaamste kritiek van Joden op christenen die in Jezus de Messias herkennen: als de Messias in Jezus al gekomen is, waar is dan het messiaanse rijk, waar is de gerechtigheid? Ik denk dat we hier alleen in alle bescheidenheid op kunnen antwoorden, dat het in elk geval niet aan hem heeft gelegen. In het leven van Jezus herkennen we hoe hij de Gerechte was, die niemand buitensloot, maar juist mensen bij de gemeenschap haalde, met elkaar verzoende, tot hun recht deed komen, zonder uitzondering: Samaritanen, tollenaars, zieken, Farizeeën, prostituees, ja zelfs wie letterlijk dood was, was voor hem niet definitief van het leven afgesloten.
Als wij de eeuwen door meer naar hem hadden geluisterd en echt in zijn boodschap geloofd, gehandeld naar zijn voorbeeld in plaats van steeds weer ons eigenbelang voorop te stellen, dan was het koninkrijk van Gods gerechtigheid in elk geval een heel stuk dichterbij geweest. Dat was ook steeds zijn boodschap: het rijk der hemelen is vlakbij, kijk maar eens goed om je heen. Johannes de Doper was met recht de grote voorloper. Hij herkende dit al bij voorbaat en wees vooruit naar Jezus: "Er komt iemand die krachtiger is dan ik; hij zal u dopen in heilige Geest en vuur." Johannes en Jezus spraken allebei iedereen aan, hadden voor iedereen een oproep. De soldaat en de tollenaar die zich omkeerden, leverden hun eigen, unieke bijdrage, deden wat Johannes van hen verwachtte, zonder ze te overvragen: gerechtigheid, eerlijk delen. Gerechtigheid is dus bij God en mensen de bron van echte vreugde, leren ons de profeten, Johannes de Doper en Jezus.

Het lijkt wel alsof Paulus in de tweede lezing aan de andere kant begint: bij de vreugde. Bij de christelijke gemeente van Filippi pleit hij voor vreugde als een innerlijke houding en kracht omwille van Gods nabijheid, een houding van vertrouwen die weerstaat aan de angst, die niet onverschillig staat tegenover onrecht, maar zich daardoor ook niet uit het veld laat slaan.
Toch is het de vraag of er wel een tegenstelling is tussen de boodschappen van Johannes en Paulus. Niet ieder van ons is geroepen om als Johannes de Doper de barricaden op te gaan, luidkeels te protesteren tegen onrecht en op te roepen tot een andere manier van leven. Ik ken ook mensen die qua karakter veel rustiger zijn, ingetogener, die ontdaan kunnen zijn over wat mensen elkaar aandoen, maar toch blijven leven vanuit een positieve houding, vanuit vreugde, mensen die door hun zachte vriendelijkheid een andere kant van Gods liefde laten zien, die hun bijdrage leveren aan gerechtigheid doordat anderen zich bij hen veilig en gekend weten. Deze boodschap van Paulus lijkt in eerste instantie beter te passen bij het feest van Kerstmis, zijn oproep tot vreugde en vrede vanuit de diepe ervaring dat God ons allen in alles zeer nabij is, maar de Advent als voorbereiding op Kerstmis leert ons dat het niet gaat om de lieve vrede.
Echte vrede bestaat niet zonder gerechtigheid. Gerechtigheid is de bron van vrede en vreugde.