Einde en nieuw begin (2003)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 538 niet laden

Einde en nieuw begin. Die twee uitersten bepalen de sfeer van de eerste zondag van de Advent. De komende drie adventszondagen zien uit naar de viering van de geboorte van Jesus in Bethlehem, zijn zogeheten eerste komst. Maar deze eerste zondag van de Advent spreekt over zijn tweede, laatste komst.
De lezing uit de profeet Zacharia spreekt ook de komst van de Heer. Uiteindelijk zal de Heer, te beginnen in Jerusalem, koning zijn over de gehele aarde. Wat voor onheil er ook is op aarde; en hoeveel machtige heerschappen, hoeveel dictators en generaals het wereldtoneel ook hebben bevolkt en nog steeds ontsieren, uiteindelijk zal de Heer, de God van Israël en van Jesus koning zijn over de hele aarde.

Einde en nieuw begin. Jesus spreekt over het einde. Tekenen aan zon, maan en sterren, paniek onder de mensen, radeloosheid, schrik en spanning. Is dat een huiveringwekkend beeld van de toekomst, het einde van de wereld? Ik denk dat hier toch vooral gesproken wordt over het heden of het recente verleden. Wanneer de evangelist Lucas deze onheilspellende woorden opschrijft ligt de verwoesting van Jerusalem en van de tempel door de Romeinse bezetters nog vers in het geheugen.

En ook ons klinken deze angstaanjagende woorden niet vreemd in de oren. Bijna dagelijks zijn wij via de media getuigen van paniek, radeloosheid, schrik en spanning. De inwoners van Jerusalem in het jaar 70, toen stad en tempel werden verwoest, moeten dit schokkend gebeuren als het einde hebben gezien.
Zo moeten de inwoners van Rotterdam in de meidagen van 1940 en de inwoners van Dresden aan het einde van de oorlog gevoeld hebben: dit is het einde van alles. En zo zal het ook de bewoners van de Palestijnse gebieden of van Jerusalem vergaan, die weer een verwoestende bomexplosie te verwerken krijgen. Wie zal bestand zijn tegen zoveel verwoesting, tegen zoveel geweld dat mensen elkaar aandoen? Wie gelooft er dan nog in een nieuw begin?

Maar Jesus spreekt niet alleen over verwoesting, angst en schrik. Hij vertelde zijn tijdgenoten ook nog een gelijkenis: "Kijk naar de vijg of naar een andere boom. Zodra u die ziet uitbotten weet u vanzelf dat de zomer in aantocht is. Zo moet u ook, als u dit ziet gebeuren, weten dat het koninkrijk van God dichtbij is".
De prachtige vijgeboom, zijn twijgen worden zacht en botten uit. Is er wel een groter tegenstelling denkbaar tussen dit beeld van nieuw, teder leven aan de oude stam en het verhaal van geweld, paniek en schrik, dat hij eerder heeft verteld?
En is zo niet ook de ervaring en van vrijwel elke generatie opnieuw? We worden overstelpt met verhalen van verwoesting, angst en haat en tegelijkertijd wordt ons hart verwarmd door tekenen van nieuw leven, door een pasgeboren kind dat naar de doopvont wordt gedragen; het kind dat het beste in ons wakker roept, dat ons weer zacht maakt en ons bewust maakt van onze eigen kwetsbaarheid. Want we mogen dan volwassen zijn en sterk, maar onder dat vitaal ogende masker schuilt in u en mij een kwetsbaar mensenkind dat weet heeft van de betrekkelijkheid en de tijdelijkheid van onze kracht.

Om alvast ons lied, dat we na de doop zullen zingen, een beetje te citeren:
"Jij, kind, jij weet nog niet wat leven is,
wat liefde is en wat gemis.
Jij weet nog niet van nee en ja
van ondergang en gloria".
Wij wel. En Jesus leert ons vandaag: we moeten ons niet gewonnen geven, noch aan ondergang noch aan gloria. Wij leven in deze wereld van angst, paniek, schrik en geweld. Maar wij moeten beter niet angstvallig worden, cynisch.
Want terwijl het alarm niet van de lucht is in onze wereld, zet de vijgeboom uit en vormt in het diepste verborgene haar nieuwe vruchten en de oogsttijd zal zeker komen.

Zo vieren wij Advent. Als gelovigen leven wij in de wereld met al haar vreselijke wetmatigheden, haar ondergang en misère, haar dreunende laarzen van potentaten. Wij leven in de wereld maar we moeten er niet in opgaan en ons er niet aan gewonnen geven. Onopvallend, onstuitbaar groeit het koninkrijk van God, zo kwetsbaar en zo vastbesloten als de uitbottende vijgeboom. Zo teder en sterk als het leven van een klein kind, dat in de gemeenschap van de mensen wordt binnengedragen.

Einde en nieuw begin. Beide bepalen ons leven en ons geloven. De ondergang is overal om ons heen, ja de dood lijkt te regeren. Als christenen belijden wij ook vandaag en in deze tijd van hopen en verlangen voor kerstmis: die ondergang is een doorgang, een worsteling, een moeizame doorgang naar een "geluk dat eeuwig duurt, een land dat Hij beloofd heeft en ons geven zal" (zo zingt de prefatie van deze adventszondag).
Aan dat geluk dat eeuwig duurt krijgen wij deel; van dat land land dat de Heer beloofd heeft en ons geven zal, worden wij burgers door het heilig Doopsel.
Wij verheugen ons erover dat sacrament vandaag weer te mogen bedienen.
Ons dooplied zal zeggen:
"Jij huilt nog van verwondering,
maar jij hoort hier, in onze kring.
Het water wacht, die diepe zee
geeft jou een taal, een teken mee".
Zo zal het zijn.

Amen.