Leiderschap of lijderschap? (2009)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 554 niet laden

Ik heb als titel van deze overweging op mijn blaadje staan: leiderschap (met e-i) of ‘lijderschap' (met ij). Want in de lezingen gaat het over lijden met een lange ij (in de eerste lezing over de lijdende dienaar van God; en Jezus vraag in het evangelie: kunnen jullie de beker drinken, die ik drink?) en het gaat ook over leiden met e-i (als Jezus spreekt over de leiders van zijn tijd, die heerschappij voeren en hun gezag laten gelden.).

Leiderschap lijkt op de carrièreplanning van Jacobus en Johannes. Zij verrassen zowel Jezus als hun metgezellen met hun vraag om in het rijk Gods aan de rechter- en linkerhand van Jezus te mogen zitten. Het verbaast nog dat ze daar geen ruzie over gemaakt hebben; het zijn immers twee broers en vaak maken broers en zussen ruzie over wie de beste plaats mag innemen. Maar dat staat er niet. Ze zijn eensgezind als ze maar dicht naast Jezus, een goede plek dus, mogen krijgen.

De metgezellen van Jacobus en Johannes ergeren zich aan die - in hun ogen - onfatsoenlijke - vraag. Maar Jezus reageert tamelijk mild. Hij wijst hen op de moeilijkheden die hun te wachten staan. Lijden zelfs- met een lange ij. Maar Jacobus en Johannes, jong en idealistisch als ze zijn, achten ze zichzelf tot alles in staat. Vanuit de hoop op een vaste benoeming zijn mensen nogal eens bereid een grote inzet te beloven.

Toch: Jezus is wel overtuigd van hun goede wil, want hij vertrouwt erop dat zij uiteindelijk zijn weg toch mee zullen voltrekken. Maar dat geeft echter geen enkele garantie op een goede plek in ‘Gods heerlijkheid'. Jezus wil aangeven dat God anders werkt dan onze berekeningen en verwachtingen; dan onze instelling van ‘voor wat hoort wat'. Bij God is geen links of rechts, geen dichtbij of veraf, want bij Hem zit iedereen op een ereplaats, sterker nog: bij God zitten de minsten, de kleinsten, de armsten, de kwetsbaren op de ereplaatsen.

En zo komen we bij de laatste zin van het evangelie: wie groot wil worden, moet dienaar zijn; wie eerste wil zijn, moet slaaf van allen zijn. Wie echt ‘leider' wil zijn (met korte ei) moet ook het lijden met een lange ij niet uit de weg durven gaan. Niet omdat dat op zichzelf goed is (lijden is nooit goed of fijn), maar omdat dit de uiterste consequentie van een levenswijze kan zijn.

Ook de leerlingen dachten dat Jezus een echte ‘leider' zou zijn, die heersen zou in Gods koninkrijk. Maar Jezus had het helemaal niet over een aards koninkrijk. Bij hem ging het niet over macht en aanzien, maar juist over dienstbaarheid, jezelf ondergeschikt maken aan het geluk van anderen, en zo nodig daarvoor moeilijke situaties op de koop toe nemen.

Geluk zit niet in rijkdom, macht, beroemdheid, dat zijn dikwijls juist belemmeringen om gelukkig te worden. Het ware geluk zit in het geven van je aandacht, je hartelijkheid, je liefde, en hoe meer je weet te geven, hoe meer je terug krijgt. Jezus is ervan overtuigd dat zijn leven in dienstbaarheid heil brengt aan mensen. Jezus' antwoord heeft ook nog een politieke lading: hij stelt daarmee ook de leiders van zijn tijd ter discussie, die hun macht misbruiken. Zijn leerlingen mogen op geen enkele manier in de verleiding komen om op deze manier met macht om te gaan. Dienstbaarheid staat dus lijnrecht tegenover elk streven naar macht in de wereld. God wil dat alle mensen bevrijd worden van onderdrukking en onrechtvaardigheid - en dat is de droom die Jezus voorleeft en aan zijn leerlingen voorhoudt -.

Ook in onze tijd en in onze maatschappij lijkt het te gaan om ereplaatsen: om carrière, macht, invloed, bij de upper ten horen. De reclame en veel films onderstrepen dit telkens opnieuw: je moet presteren, uitblinken, voorop staan, daar gaat het om. Alles staat in het teken van de top halen, op het erepodium komen, maar of men hier het ware geluk vindt, is echter de vraag, heel vaak juist het tegendeel.

Maar er zijn ook nog mensen die zich niets aantrekken van die prestatiezucht. Gelukkig zijn er ook mensen, die wel oog en aandacht hebben voor medemens, die hun levensgeluk vinden in verbondenheid met anderen, in een huwelijk, in een gezin, in een gemeenschap. Ze halen nooit de eerste prijs, zitten niet op de ereplaatsen, maar ze zijn geliefd in de gemeenschap en dat is hun geluk.

Dit weekend vieren we voor de derde keer de Europese dag tegen mensenhandel. Een dag waarop alle kerken in Nederland en Europa zich solidair willen tonen met de slachtoffers van mensenhandel. Mensenhandel ver weg en dichtbij. Mensenhandel, waarvan vooral vrouwen en zelfs jonge meisjes slachtoffer van worden. in de voorbede straks willen we het gebed uitspreken dat geschreven is ter gelegenheid van deze Europese dag tegen mensenhandel.

Want zij, die slachtoffer zijn, zijn juist de mensen die Jezus op de eerste plaats wil zetten. Mogen allen die op welke manier dan ook in onze maatschappij buiten de boot vallen, ook bij ons een ereplaats krijgen.

Amen.

Verhaal voor zondag: voor de kinderen.

Er is nog een ander verhaal over twee broers. Zij waren niet op zoek naar ereplaatsen, maar zij waren op zoek naar geluk. Ze hadden gehoord dat er een prachtige, fantastisch mooie stad bestond. Als je daar woonde, dan was je volmaakt gelukkig. Volmaakt gelukkig zijn wilden ze allebei maar wat graag en beiden gingen op stap naar die grote mooie stad, ieder langs een andere weg.

De eerste vertrok en stapte rusteloos door. Af en toe vroeg hij onderweg waar die stad lag. Dan antwoordde men: 0, dat is nog heel ver. En dan zette hij zijn tocht voort zonder iets te zien van de mensen en de natuur.

De tweede broer ging ook op stap, maar hij kwam niet ver. Hij bleef staan bij spelende kinderen, genietend van hun spel. Hij vroeg belangstellend aan de mensen die hij tegenkwam hoe ze leefden, wat ze tekort kwamen en wat ze verlangden. Zo nu en dan bleef hij maanden op dezelfde plaats om mensen een helpende hand te bieden.

De eerste broer stierf ergens langs de weg, onbekend en onbemind. Toen echter de tweede broer stierf, liepen de mensen van heinde en verre te hoop, want hij werd betreurd, vereerd en nooit vergeten. En men vertelt dat in zijn stervend oog een prachtige stad glansde.

Beide broers staan symbool voor mensen van alle tijden. Iedereen droomt er wel van dat hij of zij geluk vindt in het leven. We zijn allemaal op weg naar plekken waar we dat geluk denken te vinden, alleen we gaan dikwijls verschillende wegen.