Dienaar zijn

Het evangelie van Marcus is een kort evangelie, maar tegelijk een zwaar evangelie. Dit omdat het lijden en het kruis er een grote plaats inneemt. Het wordt beschouwd als een passieverhaal met een lange inleiding.

In het Marcus evangelie spreekt Jezus op weg naar Jeruzalem drie keer zeer uitdrukkelijk over zijn lijden. (Mc. 8,31-33; 9,30-32; 10,32-34). En telkens reageren de leerlingen heel anders dan Jezus had verwacht. Petrus heeft het gehoord en beweert dat hij dit lijden zal verhinderen.

Bij de tweede en derde lijdens-voorspelling is het alsof zij het niet hebben gehoord en dat zich vooral bekommeren over hun eigen toekomst. Bij de tweede voorspelling op weg naar Jeruzalem zijn ze bezig met de vraag welke post zij zullen bekleden en wie bij hen de grootste is.

Een derde keer komt er alweer een ongepaste reactie deze keer van Johannes en Jacobus, de zonen van Zebedeus. Zij hopen op een ereplaats aan de rechterhand en de linkerhand wanneer Jezus in de glorie binnengaat. Zij hebben alleen maar het slot gehoord dat hij de derde dag zou verrijzen, maar niet dat hij voordien zou gekruisigd worden. Ze willen er wel bij zijn als zijn rijk aanbreekt.

De tragiek van het kruis lijkt hen niet te raken. Zij zijn meer uit op succes en eigenbelang in plaats van de navolging in dienstbaarheid. Dit is wat Jezus hun duidelijk wil meegeven.

Niet met ijzeren vuist

Hij weet hoe machthebbers zijn opgetreden. De koningen van Israël waren niet allemaal ideale figuren en Israël heeft ervaringen gehad met buitenlandse legers en bezetters. Hoe beperkt onze kennis van de geschiedenis is, toch weten we van dictatoriale regiems uit vroegere tijden en in het heden. Er zijn nog veel plekken op de wereld waar leiders geen tegenspraak dulden en hun tegenstanders onderdrukken. Luister naar de nieuwsberichten en je hoort er elke dag van.

Het feit dat Marcus dit tot driemaal toe herhaalt, zou ook kunnen wijzen op de spanningen in de christengemeenschap; Zich een goede plaats verzekeren is zo menselijk en wie invloed acht zich vlug superieur.

Een christengemeenschap vormt eea tegencultuur door aandacht voor zorgzaamheid en door zichzelf niet voorop te stellen. Dienaar zijn en God niet voor eigen kar en belangen spannen.

Paus Franciscus heeft al herhaaldelijk het klerikalisme gehekeld. Tijdens een gebedsdienst bij de creatie van 14 nieuwe kardinalen in juni 2018 sprak hij over de grootste promotie, die geschiedt door Christus te dienen in het volk Gods. Hij herinnerde hen aan het woord van Jezus: “Wie onder u de eerste wil zijn moet de slaaf van allen zijn” (Mc. 10,43-44). Het is, zei de paus, een uitnodiging van de Heer “opdat wij niet zouden vergeten dat gezag in de Kerk groeit met de capaciteit om de waardigheid van de ander te bevorderen, de ander te zalven, zijn wonden en zijn hoop te genezen die zo dikwijls beledigd werd. Wij zijn uitgenodigd “aan de armen de Blijde Boodschap te brengen, aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken, en aan blinden, dat zij zullen zien; om verdrukten te laten gaan in vrijheid, om een genadejaar af te kondigen van de Heer” (Lc. 4,48-19).

“Op weg naar Jeruzalem, gaat de Heer ons voor om ons er nogmaals aan te herinneren dat de enige geloofwaardige autoriteit voortkomt uit het feit zich aan de voeten van de anderen te zetten om Christus te dienen. Jezus was niet bang voor Zijn leerlingen te buigen en hun de voeten te wassen, vooraleer Hij het hoofd boog op het kruis.”

De grootste promotie

“Het is de hoogste onderscheiding die wij kunnen krijgen, de grootste promotie die ons kan gegeven worden: Christus dienen in het gelovige Godsvolk, in wie honger heeft, in wie vergeten wordt, in een gevangene, een zieke, een drugsverslaafde, een verlaten persoon, in de concrete mensen met hun geschiedenis en hoop, met hun verwachtingen en ontgoochelingen, met hun lijden en kwetsuren. Alleen zo zal het gezag van een herder de smaak van het Evangelie hebben en zal het niet slechts “een galmend bekken, een schellend cimbaal” zijn (1 Kor. 13,1). Niemand onder ons moet zich superieur voelen ten overstaan van een ander. Niemand onder ons moet anderen uit de hoogte bekijken. Wij mogen iemand alleen zo bekijken wanneer we hem helpen opstaan.”

Paus Franciscus verwees naar een tekst uit het geestelijk Testament van paus Johannes XXIII, die we vieren op 11 oktober.

“Arm geboren maar van eenvoudige en eerbare mensen, ben ik bijzonder gelukkig arm te sterven en volgens de verschillende eisen en omstandigheden van mijn simpel en bescheiden leven, ten dienste van de armen en de Heilige Kerk die mij gevormd heeft, uitgedeeld te hebben wat ik in de hand had – in eerder geringe mate trouwens – tijdens de jaren van mijn priesterschap en mijn bisschopsambt. De schijn van welstand verborg dikwijls de dorens van een pijnlijke armoede en heeft mij altijd verhinderd te geven met de gulheid die ik gewenst had. Ik dank God voor die genade van de armoede, waarvan ik in mijn jeugd een gelofte heb afgelegd, arm van geest als priester van het Heilig Hart, en reële armoede die mij hielp om nooit iets te vragen: noch een functie, noch geld, noch een gunst, nooit, noch voor mij, noch voor mijn ouders of vrienden” (Paus Johannes XXIII, Dagboek, Geestelijk Testament, 29 juni 1954).

Gezonden als dienaars

Wanneer de kerk verkondigt, mag dit niet zijn om macht te bezitten. Het evangelie verkondigen is een dienst aan de mens door deze in contact te brengen met het evangelie.

Daarom hebben mannen en vrouwen hun land verlaten. In het begin van de zevende eeuw trokken Ierse monniken zoals Columbanus weg van hun eiland en hun familie. Ze werden pelgrims omwille van Christus. Je land verlaten omwille van Christus beleefden ze als een onbloedig martelaarschap. Het bracht hen ver weg doorheen het toenmalige Europa tot in Zwitserland en Italië. Ook nu kunnen kleine groepen onderweg zijn, die zich voeden aan het evangelie en naar medemensen toegaan.

Verbonden met India

Missio vestigt in ons land de aandacht voor projecten in India. Missionarissen uit ons land hebben er gewerkt en werken er nog, Karmelieten en Jezuïeten. De ICM-sisters (Zusters van de Jacht) hebben daar hun oorsprong. Al langer dan een eeuw zijn Zusters Ursulinen en Zusters van Liefde met dit groot subcontinent verbonden. Kort voor de uitbraak van de coronapandemie zijn Zuster Sushila (India) en Zr. Noreen (Pakistan) naar ons land gekomen om in Gent samen met Zr. Charitine uit Rwanda en een Zuster uit Kongo die nog moet aankomen een internationale gemeenschap te vormen. Zij verblijven al een jaar in de Zustergemeenschap van Caritas/Melle, waar Zuster Sushila Toppo dit getuigenis bracht.

Zending-zendelingen

"God hield zoveel van de wereld dat Hij zijn enige zoon aan de wereld gaf, wie in Hem gelooft zal niet sterven, maar eeuwig leven hebben." Een andere versie zegt (zodat we leven en leven in volheid hebben.) Missie betekent gestuurd worden. God houdt van ons en daarom heeft Hij Jezus met een zending naar de wereld gestuurd. Hier zien we dat die zending is ontstaan uit Gods liefde voor de mensen. In de Bijbel in het oude testament gebruikt God een persoon als profeet en leider. Mozes werd gestuurd om de Israëlieten te verlossen van de Egyptische slavernij. Jesaja, Jeremia, Jona in Ninive, Koningin Esther, Judith... en zo verder.

Mensen op zending zijn zendelingen. Wij zijn zendelingen. We zijn door God naar de wereld gestuurd met een doel en wat is dat doel? Het is om leven te brengen in Gods schepping, leven in volheid. Laat de hele schepping die leeft, de Heer lof toezwaaien. Samen met anderen moeten we zorgen voor onze moeder aarde en alles wat daarin leeft. De Corona-tijd herinnert ons er sterk aan om speciale aandacht en zorg aan de natuur te geven. Het roept op tot bekering van het hart.

In het Nieuwe Testament wordt Jezus, de zoon van de Vader, op zending gestuurd om Gods liefde aan het volk te openbaren. Hij begint zijn zending op 30-jarige leeftijd. Tot die tijd stond hij onder de zorg en leiding van Maria, zijn moeder. Maria dacht zwijgend na over alle mysterievolle dingen die zich in haar leven afspeelden. Ze werkte samen met God toen ze wist dat het de wil van God was. De missionaris is altijd in contact met God. Hij is verenigd met God en zijn wil en werkt samen met hem in zijn zending net zoals Moeder Maria.

Maria was een groot missionaris. Toen ze Gods boodschap ontving dat ze de moeder van Jezus ging worden, zei ze in alle nederigheid en eenvoud: "Ik ben de dienstmaagd des Heren. Laat het mij doen zoals u hebt gezegd". (Lk. 1,38) God vervult zijn zending door Maria. God heeft zoveel grote zendelingen gebruikt om zijn volk lief te hebben.

Jezus roept de eenvoudigste, de ongeletterde mensen op om in zijn zendingswerk te begeleiden. Hij kiest er twaalf uit om bij Hem te zijn. Simon Petrus en zijn broer Andreas, Jacobus en Johannes, Filippus en Bartholomeus, Thomas en Matheus, Jacobus en Thaddeus. Simon de ijveraar en Judas Iskariot die Jezus heeft verraden. Jezus stuurde hen op missie. "Ga en verkondig de boodschap dat het koninkrijk van God nabij is. Genees de zieken. Breng de doden tot leven. Reinig de lepralijders, en verjaag de demonen. Je hebt deze kracht als geschenk ontvangen, dus geef het ook als een geschenk." (Mt. 10, 2-10)

Jezus gaf hen de mogelijkheid zijn zending uit te voeren en zij zagen Hem en zijn leven. Ze herkenden Hem als de zoon van God. Jezus hield speciaal van hen en vertrouwde hen de missie van de Vader toe. Hij beloofde een nieuwe aanwezigheid in de geest nadat hij naar de Vader zou gaan. Hij wast de voeten van de leerlingen en leert hen te zijn en te doen zoals hij heeft gedaan.

Hij wilde altijd bij ons zijn en daarom gaf Hij ons zijn lichaam en bloed dat we in de Eucharistieviering ontvangen. Hij heeft beloofd tot het einde van de wereld bij ons te zijn. Hij bemint ons tot het uiterste.

We zijn zendelingen. Ik ben erg trots om dat te vertellen en mijn dankbaarheid te betuigen aan de mensen in Europa die Jezus hebben gekend en als zendelingen kwamen en Jezus met ons hebben gedeeld. Zij brachten Jezus' koninkrijk naar India, in verschillende delen van India.

Vandaag de dag hebben duizenden christenen en andere mensen Jezus leren kennen en geloven in Hem als Zoon van God.

Ik noem een paar namen van overleden zendelingen zoals pater Lievens S.J., pater Defoort.J., pater Henri Demeester S.J., pater Lowyck S.J., pater Eric Brye, S.J.; Zr. Mechtilda de Clerck Zusters van Liefde, Zr. Elona Z.L., Zr. Therese Margret en zovele anderen die het vuur hebben aangestoken. Tegenwoordig is de kerk in Ranchi zeer levendig en sterk in het geloof geworden. Vandaag de dag zijn er veel zendelingen uit India die naar verschillende delen van de wereld gaan om deze vlam van liefde en geloof brandend te houden.

Wij waarderen hen en houden van hen en houden van u allen die hen gul hebben gegeven voor onze missie in India. Mensen hebben ervaren dat de volheid van het leven in Jezus zit.

Vanuit India en Pakistan

Toen ik gevraagd werd om naar België te komen waar onze congregatie gesticht werd; waar onze stichters en de eerste Zusters van Liefde woonden en werkten, voelde ik dat het puur Gods werk was. Ik had er nooit aan gedacht. Geïnspireerd door hun liefde en werk dat ik in mijn geboortestad heb ervaren via de Belgische missionarissen, en de noden van mijn congregatie op deze specifieke plaats, durfde ik ja te zeggen. Nu ben ik hier in hun land om de liefde van Jezus te komen delen met u allen die ik en alle mensen in India hebben gekregen van de mensen uit uw land.

Je moet weten en trots zijn op wat voor een groot offer en toewijding ze voor Jezus brachten. Ze gaven het comfort van dit land en hun eigen geliefden op. Hun voedsel en cultuur. Ze leefden en stierven in zijn liefde voor de missie in Ranchi, India.

Internationale gemeenschap

Zr. Noreen uit Pakistan en ikzelf zijn gekomen en onze twee andere metgezellen zullen uit een ander continent komen, uit Afrika. We zijn hier om een internationale gemeenschap van Zusters van Liefde te vormen in Gent.

Onze stichting en wortels liggen hier in de Molenaarstraat, Gent. Onze stichter, pastoor Pieter Joseph Triest, en de mede-stichteres Moeder Placida hebben het zaad gezaaid dat als een grote boom is gegroeid en 100-voudige vruchten heeft gegeven. We werken nu in drie continenten en in vele landen. Moge God ons de genade geven dat we Gods liefde aan iedereen mogen brengen. Moge allen leven in volheid en eeuwig leven hebben. Dank u. God zegene jullie.

Zr. Sushila Toppo