Toveren met brood (2012)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 198 niet laden
TOVEREN MET BROOD



Toveren met voedsel is een oude droom van de mens. Hij ervoer immers hoe hij zijn brood slechts kon winnen in ‘het zweet zijns aanschijns’. Voortdurend was er dreigende honger, en dan laaide het verlangen weer hoog op naar kunnen toveren met brood.

TRUCJE AAN TAFEL
Mijn moeder kon ook een kunstje met voedsel. Ze wilde geen eten weggooien en er waren geen koelkasten. Eten werd in de kelder of in het vliegenkastje bewaard. Als ome Dré en tante Nel op bezoek kwamen, waren er twee gehaktballen extra. Wanneer iedereen zijn bord leeg had, vroeg mijn moeder opgewekt: ‘Wie wil er nog wat?’ Wij waren geïnstrueerd om dan vooral níet te roepen: ‘Ikke!’ De gastvrijheid dwong mijn moeder om te vragen ‘Wie wil er nog wat?’ Mijn oom en tante knikten beleefd: ‘Nee dank u, het was heerlijk.’ Dat voedde haar lef. Ze drong aan: ‘Toe, er is nog genoeg in de keuken.’ Dat was niet waar, wisten we. Ze speelde hoog spel.  Misschien was er in de keuken nog een aardappel en wat jus, maar zeker geen vlees. Oom en tante zeiden: ‘Dank u wel’. Mijn moeder was gelukkig: iedereen verzadigd en niets om weg te gooien; geen brokstukken te verzamelen.

GENOEG VOOR 100
Er is veel honger in de wereld. Ongeveer 800 jaar voor Christus was er een hongersnood in Israël. Elisa was profeet. De koning had in die dagen een speciale school opgericht voor profeten. Deze stonden in zijn dienst. Dat was slim; zo hield de koning zijn eigen oppositie onder controle. Maar Elisa voelde zich Gods eigen woordvoerder, zonder de koninklijke goedkeuring. Daarom, zo vertelt de bijbel, kon hij méér dan de beroepsprofeten. Op zekere dag komt er een boer met wat gerst bij de profetenschool. Van zijn eerste oogst biedt hij een offer aan. Iedereen begint te lachen! Wat moeten 100 gezonde mannen met een paar broodjes? Maar Elisa zegt tegen zijn leerlingen: ‘Delen jullie die maar uit!’ En het wonder voltrok zich! Iedereen had volop te eten. Het verhaal wordt ons overigens niet doorgegeven als een kunstje om de broodvoorraad te manipuleren. Het wil Elisa’s zending legitimeren. En van Jezus zeiden de mensen: ongetwijfeld is dit de profeet die in de wereld moet komen.

GENOEG VOOR 4000
De droom van hongerige mensen over een overvloed aan voedsel, zou daar het verhaal van de wonderbare brooddeling over gaan? Over Jezus die voor één keer het voedseltekort had opgelost? Zou je niet eerder verwachten dat Jezus zijn leerlingen had geleerd hoe ze de honger konden bestrijden? Voor altijd! Dat hij ons een kunstje had gegeven om God graan af te dwingen? Dat hij had laten zien dat God meelijdt met de hongerenden in de wereld? Daar had je toch meer aan gehad dan aan een eenmalig stunt aan het meer van Tiberias!

EUCHARISTIE?
Waar gaat het in het verhaal van de wonderbare brooddeling eigenlijk over? Gaat het over Jezus die voor één keer het voedseltekort oplost? Zou je niet eerder verwachten dat Jezus zijn leerlingen had geleerd hoe ze de honger konden bestrijden? Hoe god niet duldt dat onschuldige kinderen van de honger sterven?
Of zou Johannes reflecteren op de eucharistie? Het was vlak voor Pasen, het feest van de ongedesemde broden, schirjft Johannes. Jezus sprak voor het delen  een dankgebed uit...  Zou het kunnen dat de evan- gelist, met het verhaal van Elisa in zijn hoofd, nadenkt over het breken en delen van de eerste christenen?  De vijf broden en twee vissen roepen bij bijbelvaste toehoorders het verhaal op van het manna in de woestijn, het brood dat uit de hemel viel. Ze mochten vijf dagen rapen wat ze diezelfde dag nodig hadden; alleen voor de sabbat moesten ze voor twee dagen verzamelen. Brood is vijf plus twee. Dan wil Johannes zeggen: er is zoveel meer dan brood alleen om van te leven. Wat een mens eigenlijk broodnodig heeft is Gods rijk van barmhartigheid en liefde. Een maaltijd voor alle mensen, en voor iedereen genoeg: dat is een voorproefje van het koninkrijk van God. De eucharistie is er het teken van.
Aan het eind moeten de leerlingen de brokken ophalen. Ze vullen twaalf manden. Dat roept het beeld op van Mensenzoon die aan het einde der tijden met twaalf gezellen neerdaalt om de verlorenen van het volk Israël bijeen te rapen. Het typeert Jezus als meer dan een profeet: hij is de mensenzoon.

TEGEN DE HONGER
Johannes vertelt dus niet over een toverkunstje. Na een broodstunt zouden de mensen na het brood ook een taartje willen hebben en na een taartje een tweede auto en na de tweede auto een derde wintervakantie en na de derde wintervakantie een vierde computer; de mens blijft onverzadigbaar. Jezus heeft zorg om ons eigenlijke geluk, dat we ons in liefde met onze Oorsprong verbonden weten.
De schaarste delen brengt God aan het licht. De belangeloosheid openbaart onze transcendentie. Wij zijn kinderen van God.

TOVEREN
Lieve kinderen. Als ome Jos op bezoek kwam dan deed hij altijd een kunstje. Hij liep naar je toe en zei: ‘Wat heb je daar in je oor?’ En dan haalde hij 50 cent uit je oor en dat mocht je houden want het was toch van jou! Toen je wat ouder was trapte je daar niet in. Met 50 cent in je oor zou je toch al lang naar het ziekenhuis zijn gebracht. Een rozijn misschien maar toch geen 50 cent! Dus vroeg je aan ome Jos: ‘Heb je niets in je hand?’ Ome Jos liet zijn handen zien, ze waren leeg! Waar kwam die munt dan vandaan? Nog later ging je zijn vingers inspecteren, of daar niets tussen zat, maar het mysterie was pas echt opgelost toen je hem zijn jasje uit liet doen en zijn mouwen op liet stropen want je wist intussen wel dat toveren niet kon. Op zekere dag vertelde mamma dat ome Jos overleden was. We hadden veel verdriet. Op de begrafenis vertelde de pastoor over de kunstjes die Jos deed. Hij zei dat ome Jos heel veel van zijn neefjes en nichtjes hield en dat hij ze daarom altijd verraste met ze 50 cent uit het oor te peuteren. Toen heb ik het pas begrepen. De echte toverkracht in het leven is de liefde. Die doet wonderen!