Evangelieprikje 2014

Wie af en toe eens een concert meemaakt van één of ander popidool, weet dat het heel normaal is dat er ook een voorprogramma is. Wel, vandaag maken we in het evangelie kennis met het voorprogramma van Jezus. In een popconcert wordt zon voorprogamma zorgvuldig uitgekozen door het management, eventueel in samenspraak met het idool zelf. In het evangelie is het niet één of ander management dat Johannes gevraagd heeft. Johannes die vermoedelijk qua gedachtengang nauw aansloot bij de Essenen, heeft waarschijnlijk de stem gevolgd die hem opriep om komaf te maken met bepaalde tempelpraktijken. Hij riep daarom de mensen op zich te bekeren, zich te keren, anders te leven. Dat noemt Marcus het begin van de goede boodschap. De goede boodschap kan dus maar beginnen na bekering. Het vraagt om een andere manier van godsdienstbeleving. We weten allemaal dat, ondanks de ongetwijfeld goede bedoelingen van de opstellers er van, de godsdienstbeleving ten tijde van Johannes en Jezus het gevaar liep te vervallen in conformisme. Geloven betekende dat je enkele regels naleefde. Op zich is er niets op tegen, maar vroeg of laat verdwijnt de geest van waaruit die regels is opgesteld en dan loopt het verkeerd. Als je alleen nog iets doet voor je godsdienst omdat het nu eenmaal moet, zonder dat je weet waarom je het doet, dan ben je niet goed bezig. Erger nog, je dreigt het belangrijkste uit het oog te verliezen: God zelf. Godsdienst is niet in eerste instantie een kwestie van regels naleven, neen, het is iets relationeel. Het gaat om een relatie van hart tot hart, tussen mens en God. Johannes was iemand die dat begrepen had en daarom heeft hij zich, ongetwijfeld met nog andere tijdgenoten, geërgerd aan de vele wanpraktijken in de tempel. Is het niet de bedoeling van een godsdienst om mens en God dichter bij elkaar te brengen? Twee personen dichter bij elkaar brengen doe je ook vandaag nog het vlugst als je de kortste weg neemt, zonder omwegen. Bepaalde tempelpraktijken leken wat op die omwegen, ze brachten mensen even van het pad tussen mens en God. Godsdienst moet dus terug een zaak van het hart worden en niet van regels: de weg moet weer recht gemaakt worden. Daarom roept hij mensen op zich te bekeren: bekeren doe je niet door regels te volgen, neen, bekeren heeft alles te maken met je hart. Johannes roept op om weer op een andere manier God op het spoor te komen. Om die zoektocht goed te kunnen beginnen, moet alles wat we gezegd en gedaan hebben waarmee we ons van God en medemens afZONDErden, weg. De goede boodschap kan maar aarden in ons hart als de harde laag van onverschilligheid, haat, verslaving is verdwenen.

Heeft die oproep van Johannes nog iets te maken met ons leven vandaag? Ik denk dat ieder voor zich daar moet op antwoorden. Ik merk alleen dat reclame ons wil doen geloven dat Kerstmis te maken heeft met huizen versieren en gezellig maken, eens lekker en meestal ook exclusief eten. Dat staat ver van wat de evangelist bedoelt. Al die gezelligheid rond Kerstmis is leuk en mag er zijn maar het maakt de duisternis en koude bij mensen die dit moeten missen alleen nog groter. Hebben wij oog voor de mens aan de kant waarin God vandaag mens wil worden? Misschien moeten we ons dan inderdaad even keren, niet kijken naar al het commerciële van Kerst, maar terug naar de essentie: God die ook vandaag nog probeert mens te worden in de mens aan de kant. Om die mens te vinden moeten we de andere kant opkijken, moeten we ons hart bekeren en openen voor de mens die het moeilijk heeft. Het tweede lichtje op de adventskrans die ons het licht van Christus doet groeien in ons leven is dat van de bekering. Inzien dat ook wij bekering nodig hebben, is een eerste en noodzakelijke stap.