Eeuwig leven en de geboorte van de kerk, in de mystieke taal van het hart (2008)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 538 niet laden
Wat verstaat u onder 'eeuwig leven'?
Ik ga er van uit dat de meesten van ons zo zijn opgevoed dat we hierbij onmiddellijk denken aan het hiernamaals, zelfs als we Jezus daarnet iets heel anders hebben horen zeggen.
Misschien hebben wij in ons geloofsonderricht wel te goed geleerd hoe het allemaal precies zit, denken we het rationeel allemaal al te weten, op het niveau van ons verstand. Zo zijn we de taal van het hart, van de mystiek, gaan verstaan als de taal van dogma's, hebben het met ons verstand begrepen en in woorden vastgelegd. Vervolgens houden we ons daar dan al dan niet krampachtig aan vast, en dan wordt het heel moeilijk om nog opnieuw te kunnen verstaan wat de oorspronkelijke en veel diepere betekenis was, op het niveau van de liefde.
Om maar één voorbeeld te geven: als wij het hebben over iemand kennen, dan bedoelen we of we weten wie het is, of we de goede persoon, het goede gezicht in ons hoofd hebben, terwijl als de Schrift spreekt over iemand 'kennen', dan gaat het er om of we diegene werkelijk kennen van hart tot hart, of er sprake is van een diepe, persoonlijke en liefdevolle relatie.

Hoewel het dus heel moeilijk is om onze eerste reactie te overwinnen en daarachter te kijken, wil ik nu toch een poging met u wagen. Ik hoop dat we er samen van kunnen leren, al was het maar dat we de volgende keer dat we de woorden 'eeuwig leven' horen, ons bewust zijn: O ja, daar was wat mee, en in plaats van te denken het al te weten, opnieuw gaan luisteren naar wat Jezus daar mee bedoelde.

Op zich geldt dit voor vrijwel alle lezingen en niet alleen voor 'eeuwig leven', maar ik zeg het speciaal vandaag omdat we Jezus in het evangelie horen bidden, en als er íets intiem is en taal van het hart, dan is het wel als we Jezus horen bidden. Hij slaat zijn ogen op naar de hemel en bidt: "Vader". We zijn dus getuige van Jezus die bidt tot zijn Vader. Ik weet niet of u wel eens met iemand gebeden hebt, en dan heb ik het niet over een gebed zoals het Onze Vader of het Wees gegroet, waar de tekst vastligt, maar echt persoonlijk bidden uit het hart, bijvoorbeeld aan het ziekbed of als iemand gaat sterven. Dan hebben we het niet meer over dogma's of onze geloofsbelijdenis, over wat we geleerd hebben, maar we brengen voor God wat ons op dat moment ten diepste beweegt, onze zorgen of ook onze dankbaarheid voor deze mens, onze vriendschap en liefde.

Welnu, Jezus bidt vandaag, bij het laatste avondmaal, voor ons, voor al zijn leerlingen, wetend dat hij niet meer lang bij ze zal zijn, bidt hij tot God, voor wat hij ons het liefste zou geven, wat volgens hem het allerbelangrijkste is, wat hij ons wil nalaten: "Vader, geef dat ik eeuwig leven mag schenken aan al degenen die U aan mij hebt toevertrouwd." Hoort u het: 'eeuwig leven' wil hij ons schenken, dat is het allerbelangrijkste; en Jezus gaat verder: "Eeuwig leven! Dat betekent dat ze U, de enige waarachtige God leren kennen, en ook degene die U gezonden hebt: Jezus Christus." Hoort u het: 'eeuwig leven' betekent dat wij God kennen en Jezus. Maar dan wel 'kennen', zoals ik u al eerder zei, in de taal van de Schrift: dat wij een diepe, persoonlijke en liefdevolle relatie hebben of krijgen met Jezus en met God, zijn Vader. Hierdoor wordt Jezus verheerlijkt, waar wij mensen zo'n relatie hebben. Dat is Jezus' liefste wens voor ons aan het eind van zijn leven, het mooiste dat hij voor ons kan bedenken.

In de Handelingen van de apostelen wordt ons verteld hoe diezelfde leerlingen meteen na zijn Hemelvaart terugkeren naar Jeruzalem en daar opnieuw naar de bovenzaal gaan, waar ze al zoveel met Jezus hadden meegemaakt, waar zij samen met hem waren geweest bij het laatste avondmaal, waar hij hun verschenen was na zijn verrijzenis. Nu zijn alle apostelen daar, eensgezind en trouw in gebed, samen met de vrouwen, met Maria, de moeder van Jezus en zijn broers. Wij zeggen dan dat dit de eerste novene was, de negen dagen die ze daar doorbrachten in gebed, wachtend op de komst van de Geest.

Als het ons lukt om naar dit verhaal te luisteren met de oren van ons hart, om het te verstaan als een mystieke tekst, dan wordt ons in deze meimaand, toegewijd aan Maria, een prachtig beeld gegeven van Maria als moeder van de kerk, van het lichaam van Christus. In onze geloofsbelijdenis bidden wij dat Jezus Christus is ontvangen van de heilige Geest, geboren uit de maagd Maria. Deze tekst kunnen we uit ons hoofd leren en bidden, en blijven herhalen als toets van rechtgelovigheid, of we kunnen er naar luisteren met ons hart, en verstaan dan hoe Maria geheel werd vervuld van Gods goede Geest op het moment dat zij de moeder werd van Jezus, en hoe zij zich overgaf aan die Geest en het leven schonk aan hem die genoemd wordt Zoon van God, Heiland, Messias, Redder van de wereld.

Nu, aan de vooravond van Pinksteren, staan we stil bij de geboorte van de kerk, en opnieuw is Maria er bij, biddend aanwezig, als de moeder van de Heer. Ze bidden om de komst van de Geest, de stichter van de kerk, de gemeenschap van het lichaam van Christus. Zij heeft het leven gegeven aan Jezus Christus. Hier staat zij als zijn moeder ook mee aan de geboorte van zijn lichaam, de kerk. Zoals Jezus ontvangen is van de heilige Geest, geboren uit Maria, zo wordt ook zijn lichaam, de kerk, ontvangen van de heilige Geest. Maria draagt de kerk, niet alleen bij de geboorte van de kerk in de bovenzaal, op het feest van Pinksteren. Zoals haar Zoon Jezus voor ons bidt tot zijn Vader, dat wij eeuwig leven mogen ontvangen, zo bidt ook Maria nog steeds voor ons. Zoals zij Jezus gedragen heeft, zo draagt zij ons, door haar voorbeeld en door haar gebed.