De weg van de dienstbaarheid (2008)

In de weken na Pasen wordt de eerste lezing meestal genomen uit de Handelingen van de Apostelen. Dat is zowat het dagboek van de jonge kerk, het relaas en wedervaren van de eerste volgelingen van Jezus. In kinderbijbels krijgen die Handelingen soms als ondertitel: "Het begin van de kerk".
En soms wordt er van die eerste, beginnende kerk ook een geïdealiseerd beeld opgehangen. Er gebeurden vele wonderen en tekenen door toedoen van de apostelen. Vele nieuwe gelovigen sloten zich aan en wijdden zich aan het breken van het brood en het gebed. Ze bleven bijeen en bezaten alles gemeenschappelijk. Ze verkochten hun bezit en verdeelden dat onder allen naar ieders behoeften. Kan het nog mooier?
Maar het fragment dat we daarnet hoorden vertelt een ander verhaal. Er waren ook in die jonge kerk van bij het begin een aantal praktische problemen. En er was ook verschil van mening en zelfs onenigheid. Waar ging het over? De Hellenisten begonnen tegen de Hebreeën te morren, omdat bij de dagelijkse ondersteuning hun weduwen achtergesteld werden. Het doet bijna denken aan een discussie in de stijl van "eigen volk eerst".
Even iets over die weduwen. In de oudheid waren zij de armste en de zwakste mensen in een gemeenschap. Vrouwen waren in die tijd volledig afhankelijk van hun echtgenoot, en als hij stierf, hadden ze niets meer: geen status en ook geen inkomen. Zorg voor weduwen staat dus eigenlijk voor het steunen en opvangen van de armsten en de zwaksten uit de samenleving. En ook dàt hadden die eerste volgelingen van Jezus zich tot doel gesteld.
Eigenlijk is het niet zozeer een twist tussen twee volkeren van verschillende afkomst. Het gaat veeleer over de vraag welke taak of taken bij de apostelen en hun volgelingen voorrang moeten krijgen. Vandaag noemen wij dat op een studiedag of in een workshop: het stellen van prioriteiten.
En in die eerste kerk had men zich een drietal prioriteiten gesteld: het gebed, de bediening van het woord en de ondersteuning. Die drie taken heeft de kerk nu nog: zorg voor liturgie en de bediening van sacramenten, verkondiging van het woord in onderwijs en catechese, en dienstbaarheid voor de zwakkeren, met een geleerder woord diaconie genoemd.
De apostelen lossen het probleem op door een zevental mannen te kiezen die zich specifiek met de diaconie of ondersteuning gaan bezig houden. De anderen kunnen zich blijven wijden aan het gebed of de verkondiging van het woord. Ook toen was er dus al een taakverdeling, om dezelfde redenen als nu. Iedereen heeft immers specifieke talenten of mogelijkheden. En er is geen mens die zomaar àlle taken op zich kan nemen.

Er is een tijd geweest dat mensen zich een goede christen konden noemen als ze maar elke zondag trouw en op tijd in de kerk waren. Wat ze in de loop van de week deden kwam er veel minder op aan. Nu is de slinger naar de andere kant geslagen. Bidden en naar de Mis gaan is niet meer nodig, als we maar in vrede met elkaar kunnen omgaan.
De waarheid zal wel weer in het midden liggen. Wil de kerk leefbaar blijven en mensen aanspreken, dan is er altijd nood aan gebed, aan liturgie. Ook in onze parochie zijn er diverse groepen mensen die daarvoor hun bijdrage leveren. Zij maken of kiezen teksten, ze musiceren of zingen, ze zorgen voor decor en bloemschikking, ze lezen, verwelkomen of bereiden de dienst voor.
Even belangrijk is de verkondiging van het woord. Gelukkig zijn er onder ons nog mensen die aan doopcatechese willen doen of die de 57 kinderen die gisteren hun eerste communie deden daarvoor wat hebben voorbereid. En gelukkig zijn er mensen die de vormelingen van vorig weekend een jaar lang wilden begeleiden. Verkondiging van het woord kan overigens ook op school en in het gezin gebeuren.
En nog eens even belangrijk is die diaconie, of dienstbaarheid. Het gaat van ziekenzorg tot rouwverwerking, van welzijnszorg tot broederlijk delen, van de wereldwinkel tot de mazen van het net. En het is niet mijn bedoeling om iedereen te vernoemen, ik geef maar voorbeelden. Ik wil zeker niet de mensen vergeten die op een of andere manier bijdragen tot het vormen van een echte gemeenschap, bij jongeren of ouderen, in jeugdbewegingen en sportclubs, in culturele of gewoon ontspannende activiteiten.
Laten we ieder maar op zijn of haar eigen terrein en met de inzet van de beschikbare talenten hun gang gaan. En laten we voor elke taak maar evenveel waardering opbrengen. In het evangelie van vandaag horen we Jezus toch zeggen: "In het huis van mijn Vader is ruimte voor velen". Of in een andere vertaling: "In het huis van mijn Vader zijn vele kamers".
Een ander zinnetje dat ons in het evangelie misschien trof is: "Ik ben de weg, de waarheid en het leven". Dat is wat moeilijker te begrijpen, maar we moeten eraan denken dat dit woorden zijn uit de afscheidsrede van Jezus, tijdens het laatste Avondmaal. Hij had vlak daarvoor de voeten van zijn leerlingen gewassen. Pas daarna volgen die woorden.
Het gaat dus om: "Ik, die zojuist jullie voeten gewassen heb, ben de weg, de waarheid en het leven". Ik, die diensbaar wil zijn, zelfs tot de dood erop volgt. Niemand heeft God ooit gezien, maar Jezus heeft Hem ons doen kennen. Er is nooit zoveel van God te zien geweest, als in het leven en sterven van Jezus van Nazaret. Daarom is Hij voor ons de weg en de waarheid. Zowel in gebed als in verkondiging van het woord. En, zoals de titel van deze viering aangeeft, gaat Hij ons ook voor op de weg van de dienstbaarheid.