Sacramentsdag A - 2014

Zusters en broeders,

Een van de mooiste kerken van Italië, en ook van heel Europa, is te vinden in Orvieto. Vooral de voorgevel van die kerk is onuitsprekelijk mooi. De bouw ervan begon in 1290. Dat is dus meer dan zevenhonderd jaar geleden. En je kan alleen maar bewondering hebben voor de schoonheid waartoe mensen zoveel jaren geleden in staat waren, alsof het niets was, en ook voor het geloof waarmee zoveel ontroerende Bijbelfragmenten geschilderd en gebeeldhouwd werden. En misschien wordt de bewondering alleen maar groter als je weet waarom al die wonderbare schoonheid werd geschapen. Dat was een wonder dat in 1263, dus bijna dertig jaar voordien, in de kleine buurgemeente Bolsena was gebeurd: een heilige hostie zou daar beginnen bloeden zijn. Daarom werd die prachtkerk dus gebouwd:  om dat merkwaardige wonder te gedenken. De hostie zelf wordt nog altijd bewaard in een prachtig reliekschrijn dat in Siena werd vervaardigd. Tweemaal per jaar, met Pasen en op Sacramentsdag, wordt die relikwie plechtig aan het volk getoond. Waarom ook op Sacramentsdag? Omdat dit feest precies omwille van het wonder van die bloedende hostie werd ingesteld. Een jaar na het wonder, dus in 1264, veralgemeende paus Urbanus IV het eerbiedige feest dat in Bolsena en omstreken werd gevierd. Dat is dus dat feest wat we vandaag vieren; zo ontstond dus Sacramentsdag.  

Een bloedende hostie in een Italiaans dorp, en Jezus die zegt: "Als  gij  het vlees van de Mensenzoon niet eet en zijn  bloed  niet  drinkt, hebt gij het leven niet in u." Het lijkt wel alsof Hij echt meent wat Hij zegt: dat we zijn vlees moeten eten en zijn bloed moeten drinken. Is dat de verklaring van die bloedende hostie honderden jaren geleden? Overigens werd er niet alleen in Bolsena een bloedende hostie gevonden, integendeel, er werden er door de eeuwen heen op heel wat plaatsen in heel Europa gevonden. Dus opnieuw: meent Jezus letterlijk wat Hij zegt?

Natuurlijk niet. Jezus is immers geen kannibaal. Het evangelie van vandaag is een uittreksel uit de lange redevoering die Jezus hield na het wonder van de broodvermenigvuldiging. De vele joden die van dit wonder genoten hebben, waren er natuurlijk op uit Jezus aan zich te binden, want zo’n man, zo’n koning die zomaar voor eten en drinken kon zorgen, ja, dat zagen ze wel zitten. Uiteraard ging Jezus daar niet op in, integendeel,  Hij noemde zichzelf het levende brood dat uit de hemel is neergedaald. Hij is dus de Zoon van God, en het voedsel en de drank die Hij aan de mens geeft, dat zijn de woorden en daden van de Heer die Hij overdraagt. Doen zoals Hij doet en leven zoals Hij leeft, dat is leven in eeuwigheid. Niet verwonderlijk dus dat de joden ruzie begonnen maken onder elkaar, want velen onder hen geloofden helemaal niet in Hem. Wie dacht Hij wel dat Hij was, die zoon van Maria en Jozef?

Zusters en broeders, de woorden van vandaag zijn ook de woorden van Jezus op het Laatste Avondmaal. Hij zegende het brood en de wijn, noemde ze zijn lichaam en zijn bloed, brak het brood en gaf het aan zijn leerlingen. Hij gaf hun ook wijn en Hij zei: Blijf dit doen om Mij te gedenken. En Hem gedenken is niet bloed doen vloeien, want dat is heel ver van Hem af. Het bloed van mensen in Nigeria die vermoord worden door de waanzinnige moslimterroristen van Boko Haram. Het bloed van moslims en christenen die elkaar uitmoorden in de Centraal Afrikaanse republiek Het bloed van de burgeroorlog in Syrië en zelfs in oostelijk Oekraïne. Het bloed van … we kunnen blijven doorgaan. Zoveel bloed, zoveel wreedheid, zoveel waanzin. En daarin de woorden van Jezus: Blijf dit doen om Mij te gedenken. En Hem gedenken, dat is liefde en geen haat, dat is nederigheid en geen hoogmoed, dat is vergeving en geen wraak, dat is vrede en geen bloedvergieten. Dat is brood van het leven, niet van de dood.

Zusters en broeders, laten we leven naar dit brood van het leven. Amen.