Ons gedrag, niet ons gepreek (2011)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 198 niet laden

JUFFROUW TOMTOM

Iemand vertelde een lief verhaaltje. Een bevriend gezinnetje was van de zomer onderweg in Frankrijk. Ergens in Lyon waren ze verdwaald. De navigator stuurde hen met grote hardnekkigheid telkens naar een ventweg naast de autobaan. Achter het stuur ergerde pappa zich hoorbaar. Hij begon de juffrouw van Tom-Tom uit te schelden. Op de achterbank was de kleine Greta heel stil geworden. Ze hield niet van boze woorden. Ineens zei ze kordaat tegen haar vader: ‘Pappa, je moet niet schelden. Die juffrouw is hier misschien ook nog nooit geweest!’
Het ontroerende is niet dat Greta de Tom-Tom niet begreep en hoe de stem daarin tot stand komt en dat je tegen die juffrouw alles kunt zeggen; ze zal het zich toch niet aantrekken, ze gaat niet pruilen en ze zal zich niet van de wijs laten brengen. Het ontroerende is vooral dat Marlou haar vader niet begreep. Waarom wordt je boos op iemand anders als je zelf de weg kwijt bent?


WAT WE DOEN

In het evangelie gaat het Jezus om ons gedrag. Ons gedrag verraadt op welk fundament ons leven steunt. Niet de ideaalbeelden in ons hoofden, niet onze preken en toespraken, niet de woorden die we zeggen, maar ons gedrag laat zien waar we voor staan en welke waarden we hoog houden. De woorden zeggen alleen maar waar we voor zouden wíllen staan, en misschien wel voor de dingen waar we niet aan kunnen reiken. De woorden zeggen de virtuele werkelijkheid. De daden zijn écht.
Een zoon had het over zijn oude moeder. ‘Mijn moeder preekte nog beter dan de pastoor!’, zei hij lachend. ‘Ze hield ons te pas en te onpas voor hoe het hoorde. Fel veroordeelde ze een tante en een achternicht, die na de dood van hun man waren hertrouwd. Je moest een man trouw blijven tot na de dood, beleed ze, vromer dan een paus ooit geweest was. En toen ineens was ze verliefd! Ik gunde het haar van harte, maar al haar preken vielen in duigen.’ Gelukkig maar! Het kan een zegen zijn voor een weduwe of weduwnaar om verliefd te worden, en die weg kan maar beter begaanbaar zijn.


FUNDAMENT

Niet onze woorden, maar onze daden definiëren ons. De Nederlandse taal bewaart over deze wijsheid een gezegde. ‘Als de vos de passie preek, boer pas op je ganzen!’ Je zou een stapje verder kunnen gaan en zeggen: ‘Als een mens de passie preekt, hou hem dan in de gaten!’ Menig pastoor vroeger met zware donderpreken, vol vermaan en hel en verdoemenis, was eigenlijk bezig om zijn eigen geweten te mobiliseren, om te strijden tegen zijn eigen driften en gevoelens.
‘Dus’, zeg Jezus van Nazareth, ‘het fundament waarop je leven is gebouwd, is niet je gepreek maar je gedrag. Als je doet wat ik je vraag, als je huis gebouwd is op barmhartigheid, dan zal het de stormen van het leven doorstaan.’ Je kunt het ontij niet tegenhouden. Ook met liefde kunnen je niet voorkomen dat je kind ziek wordt. Maar je kunt wel overeind blijven. Je kunt wel nabijheid ervaren en zin.
Het evangelie van vandaag is het verhaal van een timmerman, van een huizenbouwer. Vaak wordt het voorgelezen bij een doop. De eerste drie jaren van een kindje zijn immers het fundament waarop alle latere kennis en ervaring steunen. Daarom zijn die eerste indrukken zo belangrijk. In zijn eerste jaren moet het kind ervaren dat het onvoorwaardelijk wordt bemind. Dat het er mag zijn. Dat het stout mag zijn en verdrietig, uitbundig en luidruchtig, blij en lief.


EERSTE BEGIN

Aan het eind van zijn verhaal vroeg een pastor aan de aanwezige kinderen: ‘Als mensen een huis gaan bouwen, waar beginnen ze dan mee?’ Zelf kon hij zich uit zijn kindertijd nog wel de straat herinneren met een huis in aanbouw, de houten steigers, de handlangers met een plank bakstenen op de schouder en een sigaret achter de oren, terwijl ze omhoog klommen; maar voor alles de diepe kuil die gegraven werd en waarin je ‘s avonds kon spelen. Kleine kinderen van 2011 kennen dat beeld niet. Huizen worden grootschalig in buitenwijken gebouwd en in kinderboeken. ‘Nou, waar begin je dan mee?’ Pieke stak zijn hand omhoog en zei wijs: ‘met een tekening!’
Ik wil maar zeggen: met een Tom-Tom in het dashboard kun je toch verdwalen, maar met een kind op de achterbank kom je voor verrassingen te staan, want de passie die zij preken komt niet uit de theorie of uit de lucht, maar uit het leven zelf. Moge de liefde ons fundament zijn!


CLOWNTJE

Lieve kinderen.  Anton wilde clown worden. Dat was hem verleden jaar met carnaval uitstekend bevallen. ‘Weet wat ik dan aandoen?’, vroeg hij met een brede grijns. ‘Dan zet ik pretogen op....’, hij keek me onderzoekend aan of ik het ook begreep. ‘En mijn mop-neus zet ik op! Dan doe ik mijn flaporen om...’ Hij wachtte weer even om het succes in te schatten. ‘Daar gaat dan de grap-jas overheen.... en dan ben ik klaar!’ Hij maakte een sprongetje want hij voelde zich al helemaal clown. ‘Dan ga ik grapjes maken!’, zei Anton. Want dat is natuurlijk het belangrijkste. Niet de kleren maken de clown, maar de grapjes. Anton dacht even na. Wat had zijn vader ook alweer gezegd...? ‘En dan spring ik met mijn moppentrommel op de bakfiets!’ Anton zou vast een leuke clown worden. ‘Wacht effe’, riep hij me nog ne. ‘Het belangrijkste zou ik vergeten. Ik ga natuurlijk niet in mijn blootje. Het eerst trek ik mijn lolbroek aan!’