Hij stuurde zijn dienaars om allen te roepen (Mt.22,4)

Een boodschap over een feest is welkom. Het is een mooie droom van de ene lange tafel waren we allen in vrede kunnen aanzitten of aanliggen. De bijbel koestert deze droom. Jesaja ziet alle volkeren samen op de berg Sion voor een heerlijke maaltijd, voor een samenzijn waar droefheid en pijn zijn verdwenen. Het is een groot contrast met de realiteit: zware ontploffing in Libanon, betogingen in Beiroet en in Wit-Rusland, hongersnood door droogte in Afrika, slachtoffers van slechte oogsten, brand in het vluchtelingenkamp Moria op het eiland Lesbos ontploffingen in Kaboel, herrie op het strand, betogingen voor en tegen….

De evangelisten hebben parabels en woorden van Jezus die graag beelden van maaltijden en bruiloftsfeesten gebruikt om over het rijk der hemelen en het koninkrijk Gods te spreken. Vanuit hun joodse achtergrond weten ze dat een bruiloftsfeest het verbond oproept tussen Jahweh en Israël, zijn bruid.

De parabel die Mattheus ons geeft, is ook bekend vanuit het evangelie van Lucas en hij komt ook voor in het evangelie van Thomas, maar telkens met variaties. Het is een moeilijke parabel, meer geschikt om te bespreken in een bijbelgroep dan te verklaren in een homilie

Een moeilijke parabel

Er zal wel heel wat gebeurd zijn sinds Jezus deze parabel voor het eerst vertelde en de tijd waarop Mattheus deze opneemt in zijn evangelie. Daar liggen veel jaren tussen. Jezus is gestorven, hij werd gedood. Daarover had hij gesproken in de parabel over de misdadige wijnbouwers, die de zoon van de landeigenaar vermoordden. Jezus is verrezen en de groep volgelingen die zich laten dopen neemt toe. Er ontstaan spanningen tussen joden en tussen christenen uit het jodendom en gedoopte heidenen. Dan is er de catastrofe van het jaar 70 met de verwoesting van Jeruzalem en de tempel. Naarmate het aantal christenen toeneemt, zijn er onder hen christenen die men later naamchristenen zal noemen en die het feestgewaad van het doopsel niet meer dragen. Dit alles heeft een invloed bij het neerschrijven van deze parabel.

Een afwijzing

De parabel die we nu kennen, vermeldt in ieder geval een uitnodiging in twee fasen. De eerste groep genodigden gaan niet in op de uitnodiging van de koning. Zij hebben hun handen vol met andere activiteiten, met hun akkers en hun zaken. Zij sluiten zich af voor de vriendschap, de vreugde en de redding die God hun zo gul aanbiedt. Zij aanvaarden zijn gaven niet en stellen hun eigen belangen voorop.

Vanuit het verlangen naar zelfbeschikkingsrecht en autonomie mogen ze misschien zelfs op wat sympathie rekenen, maar we kunnen geenszins goedkeuren dat zij de gezanten van de koning doden. Het evangelie verrast door het geweld, dat er nu en dan in voorkomt.

Deze eerste uitnodiging wordt beschouwd als deze gericht tot het volk van Israël, dat niet is ingegaan op de uitnodiging van de Heer van het verbond en dat de profeten, zijn gezanten heeft gedood.

Waarom gaan de mensen niet in op de uitnodiging? Het is een vraag die hedendaags is. Wat scheelt er bij de toehoorders, wat bij de verkondigers?

De grote protestantse theoloog Karl Barth begon als predikant in Safenwil, een kleine protestantse Zwitserse gemeente. In een brief aan een vriend stelt hij de vraag naar de impact van zijn prediking: “Waren wij doodgewoon vol en gedreven, dan kon het niets anders of onze preken zouden doodgewoon iets uithalen. Stel je voor, toen ik vandaag vóór de tweede preekbeurt het raam uitkeek, zag ik hoe de Safenwillers vrolijk en wel in de zon gingen wandelen in plaats van nog eens naar de kerk te gaan, en ik kon dat zo goed begrijpen, al dacht ik theoretisch dat zij dat van die zondaars en van die vreugde in de hemel nog maar eens moesten horen. Maar ik kon het hun net nu eenvoudig nog niet zò zeggen – en wie weet of ik dat ooit wel zal klaarspelen – dat zij wel luisteren moeten. Intussen gaan ze met het volste recht in hun hemdsmouwen wandelen” (Geciteerd bij H Zahrnt, Wachtend op God, p. 12).

Ga naar de kruispunten der wegen

De tweede uitnodigingsronde verloopt vlotter en met meer succes, al komt er naar het einde toch een kink in de kabel. Een man wordt buitengesloten. Lucas geeft meer aanduidingen over de mensen die tot wie de tweede en derde uitnodiging zich richt: “armen, gebrekkigen, blinden en kreupelen” Lc. 14,21).

“Gods goedheid is niet begrensd. Hij sluit niemand uit. Alle zijn we uitgenodigd. Niemand van ons moet zich beroepen op voorrechten en mag geen anderen uitsluiten. Wij moeten ervan afzien ons in het centrum te willen plaatsen, zoals de farizeeërs en de leiders van de priesters van zichzelf dachten. Wij mogen niet aarzelen om naar de periferie te gaan, waar gemarginaliseerden leven, veracht door de maatschappij maar geliefd door God. Wij mogen het rijk Gods niet reduceren tot ons eigen kerkje en kleine kliek, maar het laten ontplooien in al zijn dimensies. Er is wel één voorwaarde: wij moeten het bruidskleed aantrekken, dat geweven is door onze liefde voor God en de naaste (Paus Franciscus, Angelusgebed, 12 okt. 2014). Je moet er bij zijn met het hart.

In tijden van corona

De dienaars brachten mensen van overal, van aan de kruispunten der wegen, goeden en slechten samen zodat de bruiloftszaal vol liep met gasten. En hier steekt nu de coronacrisis stokken in de wielen. Dé bubbel mag niet te groot zijn. Huwelijksfeesten worden uitgesteld omdat het aantal genodigden beperkt moet blijven en er niet mag gedanst. In het kerkgebouw moeten de deelnemers de social distance in acht nemen. Er is creativiteit vereist om de verbondenheid in de plaatselijke kerkgemeenschap te stimuleren.  Onze zorg voor eigen welzijn en dit van anderen moet in deze tijd en deze daarna groter zijn en verder toenemen.

In zijn boodschap voor missiezondag 2020 vraagt paus Franciscus onze inzet in deze moeilijke coronatijd: “Het is een ganse uitdaging, ook voor de opdracht van de kerk, om te verstaan wat God in deze tijd wil zeggen. De ziekte, het lijden, de angst, het isolement stellen ons vragen; De armoede van wie eenzaam sterft, aan zichzelf overgelaten, van wie werk en salaris verliest, wie geen huis bezit en niets te eten heeft, dit alles roept veel vragen op. Juist omdat wij daardoor verplicht zijn afstand te houden en thuis te blijven, We zijn uitgenodigd om opnieuw te ontdekken dat wij sociale contacten nodig hebben en ook onze gemeenschappelijke verbondenheid met God. Ver van het wantrouwen of de onverschilligheid te vermeerderen, zou deze toestand ons meer opmerkzaam moeten maken op de wijze waarop wij met anderen in contact staan.

Het gebed, waarin God ons hart raakt en beweegt, opent ons voor de zin van de liefde, voor de waarde van de vrijheid, voor aandacht voor onze broeders en zusters, alsook voor de zorg voor gans de schepping.

De onmogelijkheid om als kerkgemeenschap samen te komen voor de eucharistie doet ons delen in de situatie van veel christelijke gemeenschapen die niet elke zondag eucharistie kunnen vieren.” In deze context, aldus de paus, krijgen we de vraag te horen, die Jesaja vernam in zijn roepingvisioen “Wie zal ik zenden?” en waarop Jesaja antwoordde: “Hier ben ik, zend mij’ (Jes. 6,8).

Missio 2020

Coronatijd ja of neen, God sluit zijn hart niet. Hij wenst dat wij van harte naar anderen toegaan. “Van harte”, dit is het thema, dat Missio in ons land voorstelt tijdens deze oktobermaand voor Missiezondag, waarvan we vorig jaar het eeuwfeest vierden. Het was paus Benedictus XV die in 1919 met zijn encycliek Maximum illud een grote impuls gaf aan de missionering. Paus Franciscus benadrukt heel sterk de opdracht van de kerk voor de evangelisatie, waaraan elke gedoopte mag meewerken.

In het campagnemagazine nodigt Catherine De Ryck ons uit “om in eigen hart op zoek te gaan naar de stem van God. Hij spreekt ook in jou, maar soms moet je het heel stil maken om Hem te horen.”  God zendt ons, allereerst in eigen omgeving, bij mensen die gekwetst zijn, hongerig en eenzaam, bij slachtoffers van de coronapandemie. Hij doet ons over de grenzen kijken. Dit jaar wijst Missio naar het Afrikaans land Liberia, waar de nood aan heling en steun heel groot is.

In de parabel die Jezus vertelt, stuurt de koning zijn dienaars uit om mensen uit te nodigen. Enkele dienaars lieten daarbij het leven. Wij denken aan de inzet van velen voor de evangelisatie en aan hen, die omwille van hun keuze voor het evangelie vervolgd en gedood werden en worden.

Jezus nodigt elkeen uit die van hem houdt om anderen in zijn liefde te laten delen. Paus Franciscus vraagt dat elke gedoopte een missionaris zou zijn. Door aan die taak te beantwoorden hebben velen het kruis van de vervolging gedragen. Op bepaalde plekken in de wereld worden christenen vervolgd. Het bruiloftskleed waarmee zij binnentreden in de feestzaal van de koning van de parabel is rood, de kleur van de martelaren.