Op weg naar Jeruzalem

De wind kan vlug keren. Vorige week kreeg Petrus een mooi compliment van Jezus omwille van zijn geloofsbelijdenis. Het woord dat hij zei over Jezus was hem door God ingegeven.

Nu een aantal dagen later, wanneer Jezus spreekt van zijn tocht naar Jeruzalem en wat hem daar te wachten staat, krijgt Petrus een bout antwoord van Jezus: “Ga weg van mij Satan.”

Een opdoffer

Eerst was de apostel gezegend door de Vader omwille van een uitzonderlijke openbaring. Hij werd geprezen als een soliede steenrots, waarop Jezus zijn gemeenschap zou kunnen bouwen. En kort daarop wordt hij een hinderpaal. Hij is geen steen meer om op te bouwen, maar een struikelsteen op de weg van de Messias. Jezus beseft zeer goed dat Petrus en zijn metgezellen nog veel weg af te leggen hebben om apostel te worden.

Wat was er aan het gebeuren? Het voornemen van Jezus om naar Jeruzalem te gaan is gewaagd. Hij heeft al tegenkantingen gehad in Galilea. Hij kent het gevaarlijk spel van Herodes, maar toch voelt hij zich verplicht om overal in Israël en ook in Judea de verkondiger te zijn van het koninkrijk der hemelen en om over een God te getuigen die zondaars en slecht volk verdraagt en in zijn kring wil opnemen. Jezus is niet roekeloos. Hij kan vermoeden dat hij daarmee tegenstand zal oplopen. Zo is het ook gebeurd. Jezus had wel het vertrouwen dat hij in Gods handen was en dat zijn Vader hem niet zal laten vallen.

Wat Mattheus in zijn evangelie zegt is in vervulling gegaan en is opgenomen in ons credo. Als christenen geloven en belijden wij dat Jezus is gestorven en de derde dag verrezen.

Liefst geen kruis

We hebben begrip voor de reactie van Petrus en zijn uitspraak dat die lijdensweg niet zou mogen doorgaan. Het is niet gezegd dat Petrus Jezus wou beletten naar Jeruzalem te gaan. Hij wou misschien zeggen alles te zullen doen om de tegenstanders te beletten dat ze Jezus kwaad zouden aandoen. Wanneer Jezus enkele weken later aangehouden wordt, zijn er leerlingen van hem die het zwaard trekken en die zouden willen strijden. De evangelist Johannes zegt dat het Petrus zelf is die het zwaard trok en daarmee een dienaar van de hogepriester gekwetst heeft (Joh. 18,10). Dat de moed van Petrus niet ver reikt, heeft hij diezelfde nacht getoond toen hij drie keer bij hoog en laag zwoor dat hij Jezus niet kende. Het is niet gemakkelijk om moedig te zijn op zware momenten.

Jezus berispt Petrus omdat deze niet begrijpt dat Jezus consequent trouw wil blijven en niet wijken zal als het moeilijk wordt. Wat Petrus tot Jezus zegt, treft en raakt Jezus omdat hij het moment herleeft van de beproeving in de woestijn. Daar had de tegenstander (de satan) aan Jezus al een gans ander programma voorgesteld dan dat wat Jezus beoogde. Jezus zoekt geen succes en spektakel, Hij koos voor wat God wil. “Laat u niet leiden door menselijke overwegingen, maar door wat God wil.” Jezus spreekt harde woorden tot Petrus, die voorkomt als een tegenstander. Na de berisping tot Petrus richt Jezus zich tot zijn apostelen en geeft een richtlijn mee voor allen die hem willen volgen.

De weg van de liefde

Wie mijn volgeling wil zijn moet Mij volgen door zichzelf te verloochenen en zijn kruis op te nemen.” Dit is wat Jezus doet: zijn weg gaan naar Jeruzalem en er het kruis aanvaarden.

Ook op onze dagen is de bekoring groot om een Christus zonder kruis te willen volgen en om aan Jezus te zeggen dat hij niet naar Jeruzalem mag gaan om er het kruis op te nemen. In een bezinning bij dit evangelie zegt paus Franciscus het volgende: “Jezus herinnert ons eraan dat zijn weg de weg van de liefde is en dat er geen echte liefde bestaat zonder zelfopoffering. Wij zijn geroepen ons niet te laten overheersen door de visie van onze wereld, maar om steeds meer bewust te zijn van de noodzaak en de moeilijkheid, voor ons christenen, om tegen stroom in verder te gaan op een stijgende weg.” Dit is ook de dringende bede van Paulus in zijn brief aan de christenen in Rome, “Stem uw gedragen niet af op deze wereld. Word andere mensen met een nieuwe visie. Dan zijt ge in staat om uit te maken wat God van u wil, en wat goed is, wat zéér goed is en volmaakt” (Rom. 12,2).

Jezus voegt er een wijze regel aan toe, die nog altijd geldt al gaat hij in tegen een egocentrische houding en gedrag. “Wie zijn leven wil redden, zal het verliezen. Maar wie zijn leven verliest om Mijnentwil zal het vinden” (Mt. 16,25). Het is een van de vele paradoxen in het evangelie.

“In deze paradox zit de gouden regel vervat die God in de menselijk natuur, geschapen in Christus heeft ingeschreven. Volgens deze regel geeft enkel de liefde zin en geluk aan het leven. Zijn talenten, zijn energie en zijn tijd enkel gebruiken om zichzelf te redden, zich te beschermen en zich te realiseren, dit leidt in werkelijkheid tot het zich verliezen. Dit geeft een triestig en steriel bestaan. Wanneer we daarentegen leven voor de Heer en ons leven op de liefde bouwen, zoals Jezus heeft gedaan, zullen we echt de ware vreugde smaken. Zo leiden wij geen steriel leven, maar is ons leven vruchtbaar” (Paus Franciscus, Angelusgebed, 3 sept. 2017).

Wanneer we terugblikken op de voorbije dag, dan is deze schoner wanneer we iets hebben mogen betekenen voor anderen. In de zomerreeks Veerkracht, verlies & verlangen zegt Hilde Claes: “Het feit dat je iets nuttigs kunt doen voor de meest kwetsbaren in deze wereld, geeft een goed gevoel” (D.S. 14 juli 2020.

Te laat beseffen kinderen wat hun ouders voor hen hebben gedaan. Beminnen, dit was voor hen leven geven en zorg dragen dat het kon groeien. Er zijn veel voorbeelden van mensen, die professioneel of als vrijwilliger vreugde beleven in hun inzet voor anderen. Ze zijn gelukkig en dankbaar om wat ze voor anderen hebben kunnen en mogen doen.

De zomeruitgave van Still, een magazine van de Broeders van Liefde, over verstilling, verbinding en engagement bevat een getuigenis van Yves Lagae, die na een Compostellatocht een carrièreswitch maakte naar de sociale sector en in 2018 begeleider was van een jonge man in een onthemingstocht van vzw Alba. Hij schrijft: “Het klinkt misschien cliché, maar het is echt zo: mijn leven is veel rijker nu ik het gevoel heb iets voor een ander te betekenen.”

Het leven wordt rijker door te delen. De weg van de liefde gaat met lijden gepaard. Liefde is schenken en houdt offers in. En zo vindt je vervulling van jouw leven. „Ohne Opfer kann eine Gesellschaft nicht bestehen." (Albert Schweitzer)

“Met alle struikelstenen die men je in de weg legt, zou je weleens een prachtig gebouw kunnen bouwen.”