Ga weg van mij Satan!

Beste vrienden,

Soms gebeurt het weleens dat we ons, meestal terecht, opwinden omdat een hoger geplaatste een van zijn werknemers in het openbaar zwaar aanpakt. Zoiets gaat in een bedrijf als een vuurtje om omdat iedereen zich afvraagt: „mag een baas zo met zijn werknemers omgaan? en dan ook nog in het openbaar?

Maar wanneer ik het evangelie van vandaag bekijk, dan lijkt het gedrag van die baas nog heel onschuldig vergeleken met wat Petrus van Jezus moet horen. En dat dan ook nog van dezelfde man die hem, volgens de kroniek van het evangelie, vorige week nog dat prachtige compliment heeft gemaakt: „gij zijt de steenrots waarop ik kan vertrouwen! Daarom zal ik op jouw persoon mijn Kerk vestigen!”  

Zo snel kan het soms gaan, denk je dan onwillekeurig. Vorige week nog de steenrots waar je je kerk op kon bouwen, en vandaag de Satan in persoon. Alhoewel we moeten zeggen dat zulke menselijke uitvallen van Jezus in het evangelie maar zeer sporadisch voorkomen.  

Maar hier staat dan ook zijn ganse levenswerk op het spel. Jezus heeft aan zijn leerlingen duidelijk gemaakt wat er Hem allemaal te wachten staat, zijn lijden en dood, en het tussenwerpsel van Petrus: „dat mag U niet overkomen “, treft Jezus in zijn diepste zelf. Maar laten we dat van dichterbij bekijken, het evangelie zelf legt het ons uit.  

Daar staat namelijk: Jezus maakte hen duidelijk dat Hij ter dood gebracht zou worden en op de derde dag zou worden opgewekt. Maar, dat met die verrijzenis, dat hoort Petrus al niet meer. Hij is over de eerste zinnen van Jezus al zo ontzet, dat hij Jezus apart neemt om Hem te zeggen waar het op staat. Dat daardoor alles in vraag zal worden gesteld wat ze samen hebben beleefd en opgebouwd. Daarom wil Petrus zijn vriend Jezus met alle middelen van die uitgestippelde levensweg afbrengen – misschien gewoon uit angst dat heel zijn eigen leven ook in vraag zal gesteld worden of dat hemzelf en de andere leerlingen ook een zelfde lot beschoren zou zijn.

Deze Petrus komt bij mij, in al zijn emotionaliteit, toch heel sympathiek over; Jezus heeft altijd over zijn liefhebbende Vader, die barmhartige God, gesproken, en dan zou diezelfde God willen dat Hij die weg van een zekere dood zou nemen? Dat kan Petrus niet aanvaarden, juist zoals ook wij het moeilijk hebben om al het leed en de nood om ons heen uit te houden.   

Dan stellen wij ons toch ook de vraag: Hoe kan God zoiets toelaten? Waar is die liefde van God zichtbaar en voelbaar in een wereld met zoveel kruisen en leed?  Waarom grijpt God niet in waar gezinnen op de klippen lopen, bij verschrikkelijke ongevallen, of bij ziekte of dood van geliefde mensen? Dergelijke zaken brengen ons aan de grens van onze belastbaarheid en laat sommigen de vraag stellen: Is onze God dan machteloos waar het ons leed betreft? Of houdt Hij er misschien zelfs van?  Misschien vinden we een antwoord wanneer we het leven van Jezus van nabij bekijken. Hij is zijn weg consequent verder gegaan: heeft zieken genezen, zondaars terug in de gemeenschap geïntegreerd en hen Gods vergeving en verzoening toegezegd. Hij heeft in alle openheid met de Farizeeën gediscussieerd en scheefgetrokken interpretaties van de wet terug rechtgezet. Het volle leven voor alle mensen had bij Hem voorrang op de letterlijke teksten van de wet. Blinde gehoorzaamheid was voor Hem van geen belang, maar wel Gods barmhartigheid.

Daarom was het voor Petrus en voor de andere leerlingen zonneklaar: Deze Jezus was de langverwachte Messias. Hij moest alleen nog maar zijn grootheid en macht tegenover de Romeinen bewijzen! Hij moest hen duidelijk maken dat zijn rijk bestendig is en dat Hij alle begrenzingen, alle lijden en geweld met een enkel gebaar kan beëindigen. En dan gebeurt er dit! Wat Jezus daar aankondigt is zo totaal verschillend van wat de leerlingen zich hadden voorgesteld.  Dus geen triomftocht naar Jeruzalem en daar dan ook geen demonstratie van Messiaanse macht, maar een weg van diepste overtuiging, die naar het leed, de haat, de vervolging en de veroordeling leidt. Een weg die rechtstreeks naar de dood leidt!  Is het dan niet meer dan begrijpelijk dat Petrus daartegen in opstand komt en dat hij Jezus dat wil besparen? Uit angst om zijn vriend, en misschien ook wel uit angst om zichzelf. Petrus moet zijn hoofd hebben gebroken over de vraag: “Mijn vriend, is dat nu echt de enige mogelijkheid? is er echt geen alternatief? Heeft God echt geen andere mogelijkheid?

Wij weten dat Jezus zich niet van de wijs heeft laten brengen en zijn weg ten einde gegaan is. Door zijn levenswijze en door zijn manier om de mensen graag te zien is Hij aan het kruis en aan de haat van de mensen ten ondergegaan. Maar juist door die zelfde levenswijze en door diezelfde liefde voor de medemensen heeft de dood zijn macht verloren. Niet de dood was het einde, maar het nieuwe leven. En zo beseffen we in Jezus de betekenis van dat schriftwoord: “wie zijn leven verliest, zal het winnen!”   

Natuurlijk is dat lijden voor Jezus ook verschrikkelijk en zeker niets om naar te streven. Maar uiteindelijk is het de consequentie van zijn liefde voor de mensen. Hij heeft lijden en dood doorstaan om ons te verlossen. Zijn liefde is niet gestopt toen het moeilijk en ondraaglijk werd, maar Hij heeft ons onvoorwaardelijk bemind tot het einde. Het lijden was niet zijn doel, maar het was de uitdrukking van zijn liefde voor ons. En God laat Hem in dat lijden en kruisdood niet in de steek. Hij draagt Hem door het diepste punt heen tot aan de verrijzenis tot een nieuw leven.

Petrus zegt wel: „dat mag nooit gebeuren!“ maar het moest gebeuren opdat wij met onze eigen kruisen zouden kunnen leven.  

Sceptici zullen we hier niet mee kunnen overtuigen. Zij kunnen blijven zeggen: Het Christendom is niet in staat om alle kruisen van deze wereld weg te nemen. Huwelijkscrisissen, werkloosheid, kanker, het verlies van geliefde mensen, en de dood in al zijn facetten, al die vormen van lijden zullen blijven bestaan. Het zijn allemaal kruisen die wij zullen moeten blijven dragen. Maar wij zijn niet alleen, sinds zijn kruisdood en verrijzenis is Jezus bij ons en geeft ons de moed en de kracht om onze kruisen te dragen. Daarom is niet het kruis, maar de gekruisigde zelf, ons teken van hoop.   

Wij kunnen onze kruisen opnemen, omdat Christus zelf bij ons is en omdat de weg die wij samen met Hem gaan naar het leven voert.   Wanneer we een kruis doorkruisen ontstaat een ster – het teken van het leven, en ook het symbool voor het geheim van ons geloof: gestorven en verrezen!

Zeker, het kruis staat voor het aardse einde, maar God schenkt voltooiing, omdat Hij ons lijden begeleidt met zijn kruis, het grote plusteken voor ons leven. Wij kunnen dat kruis afwijzen, we kunnen het vervloeken of eraan vertwijfelen, maar we kunnen het ook gewoon aannemen in het volle vertrouwen dat het ons naar het nieuwe leven zal leiden.  Amen