Zondag vd gelijkenissen (vliegramp)

Homilie ( mede nav vliegramp in Oekraine.)

Deze week was er niet aan te ontkomen. Ik had mijn overdenking voor vanmorgen al op papier gezet, maar voelde me er na alle gebeurtenissen niet meer lekker bij.

De ramp die zich voltrok boven de Oekraïne deed mij elk moment denken aan die twee jongelui in ons oude dorp. Zij werden van het ene op het andere moment wees. Hun ouders kwamen om bij de vliegramp in Faro, december 1992. Vakantiegangers die vrolijk de eindbestemming van hun vliegreis zagen naderen, de tekst 'fasten seat belts' was nog niet uitgeschakeld. Toen gebeurde het verschrikkelijke. Op de landingsbaan vonden zij met vele anderen de dood .

Dat is inmiddels 22 jaar geleden, het beeld van de twee jongelui van toen is nooit uit mijn geheugen gewist, ondanks het feit dat er geen directe- of familieband met hen bestond.

Voor de vele nabestaanden van de ramp in Oekraïne zal de klap niet in verhouding staan met mijn belevenis vanuit 1992. De dag van nationale rouw was een prachtig initiatief. Het zal de nabestaanden een gevoel van saamhorigheid hebben gegeven. De pijn niet verlichten

De misvatting van degene die de trekker overhaalde ( hij dacht een vrachtvliegtuig te treffen) en het aanvankelijke gezeul met de stoffelijke resten zullen in ieder geval nasidderen tot in lengte van dagen..

Zal de lezing van de vorige weer als metafoor wellicht meer tot de verbeelding hebben gesproken, waar het evangelie vermeldt dat naast het goede zaad altijd onkruid zal meegroeien. Het kwade, dat onkruid kon in ieder geval benoemd worden.

Het ontslaat de verantwoordelijken niet om met Mark Rutte te spreken, 'de ondersteen boven te krijgen' om dat kwaad zichtbaar te maken. En in dit geval de daders 'hun gerechte straf' te doen toekomen. We zijn alweer een week verder, het verdriet van het gebeurde zal niet snel van ons wijken.

De droom die de jonge koning Salomo kreeg ( onze eerste lezing uit 1 Koningen 3, 5-12) past goed in een situatie zoals we met deze ramp nu helaas moeten meemaken. Wijsheid is geboden. Nee, geen onbesuisd gedrag van militaire acties of bij voorbaat het aanwijzen van de dader. Ik ken Mark Rutte niet in hoeverre hij op de hoogte is van dit Bijbel verhaal, maar de gelijkenis is frappant.

In het virtuele tweegesprek van Salomo met Adonai, de Heer, waarin hij als eerste refereert aan zijn vader David, vraagt hij wijsheid om zijn nieuw begonnen koningstaak te kunnen vervullen.

Dat David in de droom onder de indruk is van zijn vader en hem prijst lijkt me heel menselijk. Kinderen hebben doorgaans ouders hoog in het vaandel staan.

Als we echter het gehele verhaal lezen weten we dat er bij David, voor wat zijn getoonde ethiek betreft, nogal wat valt af te dingen. Op zijn sterfbed had David zijn zoon opgedragen om nog voor hem openstaande rekeningen met enkele oude vijanden te vereffenen. "Je bent een verstandige man"zegt David "je weet wat je te doen staat" : dood de vijand. Salomo deed wat hem was opgedragen, maar de vraag kan gesteld worden of dit dan de enige manier was om zijn koningschap te bevestigen en vijanden bij voorbaat uit te schakelen. Het is te ongenuanceerd om president Porochenko van de Oekraïne hiermee te vergelijken.

Het gaat me ook een beetje te ver om premier Rutte als een 1 op 1 te vergelijken met Salomo, die in de droom door Adonai geprezen werd om zijn vraagstelling: slechts met wijsheid te worden begiftigd..

Wellicht had Salomo in zijn hart ook wel wroeging over de afrekeningen die hij moest uitvoeren bij de opvolging van zijn vader. Wellicht ontstond zo de droom en worstelde hij met het op de juiste manier onderscheiden van goed en kwaad, boven welvaart en de dood van een tegenstander.

Het evangelieverhaal ( Mt. 13, 31-35 en 44-49) van vanmorgen[i] geeft ons enig houvast. Jezus zegt nl. dat 'de goede leerling' op het juiste moment weet wat werkelijk van belang is: Je verstand gebruiken en vooral consequent zijn.

Of zoals Jezus dat in onze eigen taal zou hebben gezegd - zo interpreteer ik Mattheus- : in het koninkrijk van God past geen halfslachtig gedoe, waarbij de kool en de geit gespaard worden.

Je kan dat als een boude bewering opvatten. De gebruikte metafoor wettigt dat risico: is het wel verstandig om alles op te geven voor die ene schat of die mooie parel?

Daarbij is goed voor te stellen hoe blij die man in de parabel geweest moet zijn, toen hij 'een schat vond in de akker'; en hoe verrast die koopman was, toen hij een 'uitzonderlijk waardevolle parel' vond. Ze hadden er alles voor over en nemen de juiste beslissing....

Zo is het met het 'koninkrijk van de hemel' , zo gaan we met elkaar om, horen we Jezus zeggen. De manier van leven en samenleven, waarbij men naar elkaar omziet en het voor elkaar opnemen. Want daarop heeft Jezus zijn gelijkenissen afgestemd. Dat is als het ware zijn droom voor de wereld, die 'zoektocht naar die kostbare verborgen schat of parel..

Zo'n schat op parel ligt verborgen bij ieder mens, bij je thuis, in je relaties, in je omgeving, in dat wat je gelukkig maakt. Die schat mogen de nabestaanden van de vliegramp mét elkaar en aan elkaar ontdekken. Zo dichtbij kan het beginnen, misschien niet helemaal zoals het zou moeten, wat onaf, maar ooit zal dat het Koninkrijk van God zijn. Dichterbij kan je het niet krijgen.

Dat alles dan niet als-vanzelf zich zal ontwikkelen geeft de tekst tevens aan: Jezus zegt ons vanmorgen in 13, v35 dat 'er dingen verborgen zijn vanaf de grondlegging van de wereld'. Dus geen nieuw gegeven.

Zijn gelijkenissen tillen ons als het ware daar bovenuit; dat koninkrijk van God dat in ieder individueel mens te vinden is.

Laten we ons vaak afleiden door de eigen kijk op de wereld. Opvoeding, levensstijl, waarden en doeleinden houden ons zo vaak af van dat Rijk van God. Maar ook lijden kan ons leven zo overvleugelen. Om dan – en we hebben de nabestaanden van deze en de andere twee vliegrampen van deze week in ons achterhoofd - over die berg van lijden heen te kunnen kijken, verlangt inspanning de goddelijke kracht daarbij te kunnen ontdekken, maar vooral te ervaren.

Dan mag je Rijk-zijn in God, zo noemt Jezus dat. Nee, niet die materiele rijkdom die we zo goed kennen en waar we zo aan gehecht zijn is doel. Een kijkje in onszelf geeft meer inzicht die rijkdom, die schat aan solidariteit en passie -met en voor elkaar- te doen oplichten.

Ons evangelieverhaal begon met dat hele kleine mosterdzaadje dat groeit en bloeit. In de metafoor wordt geen tijd en zelfs geen voorwaarde aan dat groeien gesteld. Het is een mooi gegeven dat die groei zichtbaar zal worden niet alleen in een potje met aarde, maar vooral in het leven zelf. We wensen die groei niet alleen onszelf toe, maar vooral aan al die nabestaanden van rampen in deze wereld.

Moge het zo zijn.