Als een dief in de nacht...

Beste vrienden,

„Ik wil het gewoon niet weten!“ Een zin die we binnen enkele weken weer regelmatig zullen kunnen horen wanneer iedereen zich weer eens afvraagt wat het nieuwe jaar zal brengen. Wanneer we even denken aan wat er allemaal zou kunnen gebeuren in de wereld, dan kan je dat zinnetje dikwijls horen: “Ik wil het gewoon niet weten! Al een geluk dat niemand weet wat er ons allemaal te wachten staat!”

Het is waar! Het is goed dat we niet alles weten. Wie van ons zou er nog rustig kunnen slapen, wanneer we onze toekomst tot in de details vooraf zouden kennen. Het is maar goed dat niemand van ons in de toekomst kan kijken. Dat wat op ons afkomt, zal ons nog vroeg genoeg bereiken. In de grond van ons hart willen we dat toch echt niet weten.

We vinden het zelfs heel onaangenaam wanneer iemand ons aan dergelijke zaken herinnert. Wanneer we bijvoorbeeld op het kerkhof bidden voor diegene onder ons die de volgende zal zijn om voor Gods aangezicht te treden – want niemand onder ons is onsterfelijk. Des te onaangenamer was het voor de leerlingen toen Jezus onverbloemd tegen hen zei dat het einde voor iedereen zou komen, dikwijls zelfs als een dief in de nacht en altijd veel vroeger als men denkt. Waarom doet Jezus dat? Waarom laat Hij ons niet gerust met zijn verschrikkingsvisioenen? Is het al niet erg genoeg dat moet komen wat komt? Is het al niet erg genoeg dat we daarmee worden geconfronteerd?

Waarschijnlijk niet! Ja, ik kan echt niet leven, wanneer ik voortdurend moet denken aan wat er nog allemaal aan verschrikkelijks te gebeuren staat. Maar het zal zeker ook niet beter gaan wanneer ik mijn ogen voor de dreigende gevaren gewoon sluit en die gevaren gewoon niet wil zien.

Jezus waarschuwt ons toch niet omdat Hij ons bang wil maken. Jezus herinnert ons, niet om ons te intimideren of te verlammen, Hij herinnert ons aan de gevaren opdat we er niet zouden aan ten onder gaan! Hij maant ons aan om die dingen zeker niet uit het oog te verliezen, opdat we niet in elke gracht zouden vallen die we op onze weg nog zullen tegenkomen. Zo menig leed en tegenslagen kunnen vermeden worden wanneer we waakzaam en met open ogen door het leven gaan. Wie zich morgen in zijn wagen zet en zich ervan bewust is dat vele mensen hun reis in de wagen niet overleven, wie zich realiseert dat zoiets ook op deze reis kan gebeuren, die zal misschien wat voorzichtiger zijn, die zal misschien enkele minuten meer tijd nemen, enkele minuten die beslissend kunnen zijn of een ongeval al dan niet gebeurt en een mens eventueel in leven kan blijven. Wie boodschappen gaat doen, of thuis de gordijnen wil ophangen en zich daarbij bewust is van het feit dat de meeste ongevallen thuis gebeuren, die zal voorzichtiger tewerk gaan en minder risico lopen om in het ziekenhuis te belanden.

Wanneer we ons voor ogen houden dat dit jaar, deze maand, deze dag, de laatste van ons leven kan zijn, zullen we van de tijd misschien anders genieten en er ook anders mee omgaan dan diegenen die zichzelf wijsmaken dat alles eeuwig zal blijven zoals het is.  

Weest waakzaam, houdt de ogen open en besef dat leven ook altijd levensgevaarlijk is. Dat is het wat dit evangelie ons wil zeggen. Laten we erop toezien, dat de gevaren, die overal op de loer liggen, ons niet overrompelen, als een dief in de nacht.  Wat we op het einde zullen moeten dragen is al zwaar genoeg. Laten we erop toezien, dat wij het voor onszelf niet nog zwaarder maken door lichtzinnigheid, overmoed en domheid. Amen.